❏
Zet de printer altijd uit met de aan-uitknop
(aangegeven met On). Verwijder de stekker pas
uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact pas af wanneer het aan-uitlampje uit
is.
❏
Controleer voordat u de printer vervoert of de
fotocartridge aanwezig is.
❏
Laat de fotocartridge zitten. Als u de cartridge
verwijdert, kan de printkop indrogen, waardoor
afdrukken niet meer mogelijk is.
Bij gebruik van een geheugenkaart
❏
Gebruik alleen geheugenkaarten die compatibel
zijn met de printer. Zie Geheugenkaarten in de
printer plaatsen.
Bij gebruik van het LCD-scherm
❏
Het is mogelijk dat op het LCD-scherm enkele
heldere of donkere puntjes zichtbaar zijn. Dit is
normaal en betekent niet dat het LCD-scherm op
enigerlei wijze beschadigd is.
❏
Maak het LCD-scherm alleen schoon met een
droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of
chemische reinigingsmiddelen.
❏
Neem contact op met uw leverancier als het
LCD-scherm van de printer beschadigd is. Als u
vloeistof uit het LCD-scherm op uw handen
krijgt, moet u uw handen goed wassen met water
en zeep. Als u de vloeistof in uw ogen krijgt, moet
u ze onmiddellijk goed uitspoelen met water.
Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks
grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of
nog steeds ongemak ondervindt.
Bij gebruik van de apart verkrijgbare
Bluetooth Photo Print Adapter
Raadpleeg de documentatie van de Bluetooth Photo
Print Adapter voor de veiligheidsvoorschriften.
Veiligheidsvoorschriften
9