De waarden verwijzen naar de
diameter van de interne geleider.
De stroomkabels hebben afmetingen
die rekening houden met de
gelijktijdigheidsfactor (conform de norm
EN 60335-2-6).
Vervangende beugel
Vervang de geïnstalleerde beugel door de
meegeleverde beugel voor een correcte
bevestiging van de kabel in het geval van
aansluiting met een 10mm
Vaste aansluiting
Installeer een schakelaar op de voedingslijn
waarmee het apparaat van het omnipolaire
netwerk kan worden losgekoppeld, met een
openingsafstand tussen de contacten waarmee
volledige afkoppeling mogelijk is in de
omstandigheden van overspanningscategorie
III, in overeenstemming met de
installatievoorschriften.
Toegang tot het klemmenbord
Om de voedingskabel te kunnen aansluiten is
toegang tot het klemmenbord op de
achterplaat vereist:
1. Verwijder de schroeven die het klepje op de
achterplaat vastzetten.
914779682/A
2
kabel.
2. Laat het klepje een stukje draaien en
verwijder het van diens plaats.
3. Installeer de voedingskabel.
Draai de schroef van het
kabelbevestigingsplaatje los, alvorens
de voedingskabel te installeren.
4. Breng aan het einde van de handelingen
het klepje weer aan op de achterste plaat
en zet het met de verwijderde schroeven
vast.
Voor de installateur
• Indien de aansluiting via een stekker
geschiedt (indien aanwezig), dient deze te
allen tijde na de installatie toegankelijk zijn.
• Zorg ervoor dat de voedingskabel niet
verbogen of bekneld raakt.
• Het apparaat moet volgens de
installatieschema's worden geïnstalleerd.
• In geval het apparaat, na het verrichten van
alle controles, niet correct werkt, neem dan
contact op met het plaatselijke erkende
servicecentrum.
INSTALLATIE - 161