De richting van de vloeistofinlaat-
en -uitlaatpoorten veranderen
Verwijder de middelste spruitstukken om de richting
van de inlaat- of uitlaatpoort(en) te veranderen. Volg
Koppelinstructies op pagina 32.
Pompen hebben vloeistofpoorten met een npt-, bspt-
of ANSI/DIN-flens.
VERKLARING
N
Luchtinlaatpoort
P
Geluiddemper. De
luchtuitlaat heeft de
maat 3/4 npt(i)
1
Breng middelsterk (blauw) draadborgmiddel aan op het
schroefdraad. Zie Koppelinstructies op pagina 32.
2
Breng middelsterk (blauw) draadborgmiddel aan op het
schroefdraad. Zie Koppelinstructies op pagina 32.
Aluminium model afgebeeld
N
P
102
A
. 3___________________________________________
FB
10
3A3591
Installatie
101 Deksels
102 Vloeistofinlaatspruitstuk
103 Vloeistofuitlaatspruitstuk
106 Spruitstuk- en
dekselschroeven
112 Dekselschroeven
(boven en onder)
103
106
1
106
2
101
112
2
03940B
Vloeistofdrukontlastingsventiel
OPGELET
In bepaalde systemen is een drukontlastingsventiel
nodig op de uitlaat van de pomp, om te voorkomen
dat de pomp of de slang zou kunnen scheuren door
te hoge druk. Zie Afb. 4
Te hoge druk kan ontstaan door uitzetting van
vloeistof bij hogere temperatuur. Dit kan gebeuren als
lange vloeistofleidingen in de zon liggen, of door een
hoge omgevingstemperatuur, of als van een koele
naar een warme ruimte gepompt wordt (bijvoorbeeld
vanuit een ondergrondse tank).
Te hoge druk kan ook optreden als de Husky-pomp
gebruikt wordt om een plunjerpomp te voeden, en
de inlaatklep van de plunjerpomp niet goed sluit,
waardoor vloeistof zich ophoopt in de uitlaatleiding.
VERKLARING
R
Vloeistofinlaatpoort van 2 in. npt(f)
S
Vloeistofuitlaatpoort van 2 in. npt(f)
V
Drukontlastingsventiel onderdeelnr. 112119 (roestvast staal)
1
Plaats ventiel tussen de vloeistofinlaat- en -uitlaatpoorten.
2
Sluit hier de vloeistofinlaatleiding aan.
3
Sluit de vloeistofuitlaatleiding hier aan.
A
. 4 __________________________________________
FB
S
3
V
1
2
R
03941B