Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Europese Prestatiegoedkeuring - Honeywell BW Technologies GasAlert Quattro 1 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor BW Technologies GasAlert Quattro 1:
Inhoudsopgave

Advertenties

GasAlertQuattro
Handleiding

Europese prestatiegoedkeuring

Speciale voorwaarden voor veilig gebruik
Om te voldoen aan de vereisten van de Europese goedkeuring,
moet de detector op de volgende manier worden gebruikt:
Bedieningshandleiding: Lees en begrijp de
bedieningshandleiding. Het is zeer belangrijk dat de instructies
voor het juiste gebruik worden opgevolgd.
Opstart: Het instrument moet worden opgestart in een veilige
ruimte zonder gevaarlijke gassen met een atmosfeer van
20,9% zuurstof. De detector moet worden ingeschakeld en
moet in de normale meetstand worden geverifieerd, voordat hij
naar de explosiegevaarlijke ruimte kan worden gebracht.
Alarm bij laag batterijvermogen: Als er een alarm voor laag
batterijvermogen wordt geactiveerd, moet de gebruiker de
explosiegevaarlijke ruimte onmiddellijk verlaten.
Bedrijfsomgeving: Het bedrijfsomgevingsbereik de
GasAlertQuattro volgens de Europese goedkeuringen voor
LEL- en zuurstofmetingen, staat in Specificaties op pagina 29.
Dit is het klimaatbereik waarin het instrument kan worden
gebruikt volgens de vereisten van de prestatiecertificaties.
Algemeen gebruik: Uitsluitend voor gebruik in potentieel
explosieve omgevingen met een zuurstofconcentratie die niet
hoger is dan 20,9% (v/v). In -een zuurstofarme atmosfeer
(<10% v/v) kunnen sommige sensorsignalen worden
onderdrukt.
32
Dagelijkse functietest: Om te voldoen aan de
prestatievereisten van de Europese certificatie, moet een
functietest worden uitgevoerd voorafgaand aan het dagelijks
gebruik.
Kalibratie: Om meetfouten te voorkomen moeten de
bedrijfsomstandigheden, zoals de temperatuur,
vochtigheidsgraad en druk tijdens de kalibratie zo veel mogelijk
overeenkomen met die van de eigenlijke omgeving waarin de
detector zal worden gebruikt.
Kalibratie-interval: Als de detector moet worden gebruikt in
een atmosfeer die samenstellingen bevat die schadelijk zijn
voor de sensoren, moeten de kalibratie-intervallen zo worden
gespecificeerd, dat ze rekening houden met de mogelijkheid
van een snel meetgevoeligheidsverlies. Raadpleeg pagina 7,
Sensorinhibitoren en verontreinigingen.
Sensorinhibitoren: Sommige soorten en concentraties stof in
de gecontroleerde atmosfeer kunnen de meetfunctie van de
gasdetector belemmeren. Er moet rekening gehouden worden
met de kruisgevoeligheid die staat beschreven op het
informatieblad van de sensorfabrikant.
Verificatie van de responstijd: Voorafgaand aan het gebruik
moet u bevestigen dat de responstijd van de gasdetector snel
genoeg is om alarmsignalen te activeren, zodat onveilige
situaties worden vermeden. Zo nodig moeten de alarmniveaus
onder de standaard veiligheidslimietwaarden worden ingesteld,
zodat er voldoende tijd is om voorzorgsmaatregelen te treffen.
Instrumentconfiguratie: FleetManager II versie 2.6.0 (of
hoger) moet worden gebruikt om de configuratie van de
GasAlertQuattro te wijzigen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave