GasAlertQuattro
Handleiding
3. De detector gaat op nul staan. Er
wordt zeroing (nulstelling) weergegeven
terwijl de detector alle sensoren op nul
stelt.
Waarschuwing
a
Als een sensor niet terug naar nul
gaat, kan hij niet worden gekalibreerd.
Raadpleeg Startup Self-Test
Troubleshooting (problemen oplossen
bij de zelftest tijdens de opstart) in de
technische handleiding van de
GasAlertQuattro.
Als de optie IR Lock (IR vergrendeling)
is geactiveerd, kunnen de volgende
schermdisplays voor de kalibratie alleen
worden weergegeven als er een IR-
toestel wordt gebruikt (MicroDock II of
IR Link).
4. Wanneer u het volgende scherm ziet,
sluit u de kalibratieadapter aan en biedt u
gas aan met een snelheid van 250-500 ml/
De gasfles op de
min. Raadpleeg
detector aansluiten op pagina 8
Als een sensor nog niet gekalibreerd
hoeft te worden, staat er een grijs vinkje
in het hokje.
10
.
5. De detector test aanvankelijk op gas.
Zodra er voldoende gas is opgemerkt,
wordt
naast elk opgemerkte gas
weergegeven.
6. De detector begint vervolgens de
sensoren te kalibreren. Het volgende
gebeurt tijdens die functie:
• calibrating (bezig met kalibreren)
wordt onderaan het scherm
weergegeven.
• Tijdens de kalibratie worden de
gaswaarden bijgesteld.
• De doelwaarden die in FleetManager
II zijn vastgesteld, worden boven of
onder de aangepaste gaswaarde
weergegeven.
Als u de kalibratie wilt onderbreken
nadat de sensoren op nul zijn gesteld,
drukt u op
.
C