7. Zodra u het volgende scherm ziet, sluit
u het ventiel van de gasfles en haalt u de
kalibratie adapter van de detector af.
Een vinkje naast elke sensor betekent
dat de sensor met succes is
gekalibreerd.
8. Wanneer de kalibratie is afgerond, ziet
u het volgende scherm.
Opmerking
De datum waarop de volgende
kalibratie moet plaatsvinden, kan
niet worden gerest voor een
sensor waarvan de kalibratie is
mislukt. Als een sensor defect is
of als een foutscherm wordt
weergegeven, raadpleegt u
Calibration Troubleshooting
(problemen opsporen bij de
kalibratie) in de technische
handleiding van de
GasAlertQuattro.
9. Alle met succes gekalibreerde
sensoren worden automatisch gereset
op het aantal dagen dat in het veld Cal
Interval (kalibratie interval) in
FleetManager II is ingevoerd.
De dagen waarop de kalibratie opnieuw
moet worden uitgevoerd, kunnen in
FleetManager II worden gewijzigd.
10. De detector functioneert nu normaal.
GasAlertQuattro
Kalibratie
11