Bijlage
Verklaring van de begrippen
De estrikdroogfunctie werkt op alle verwarmingscir-
cuits met mengklep:
alle kamers worden verwarmd volgens het tempera-
■
tuur-tijd-profiel.
Tijdens de estrikdroging (max. 32 dagen) hebben uw
instellingen voor de kamerverwarming geen effect.
■
Warmwaterbereiding vindt plaats. De voorrangscha-
keling (eerst warmwaterbereiding, dan kamerverwar-
ming) is echter opgeheven.
Vloerverwarming
Vloerverwarmingen zijn trage verwarmingssystemen
voor lage temperaturen en reageren zeer langzaam op
kortstondige temperatuurwijzigingen.
Stookwerking
Normale stookwerking
Wanneer u overdag thuis bent, verwarmt u uw kamers
met de normale kamertemperatuur. De periodes legt u
vast met het tijdprogramma voor verwarmen.
Gereduceerde verwarmingswerking
Als u afwezig bent of 's nachts verwarmt u uw kamers
met gereduceerde kamertemperatuur. De periodes legt
u vast met het tijdprogramma voor verwarmen. Bij
vloerverwarming leidt de gereduceerde verwarmings-
werking slechts voor een deel tot energiebesparing
(zie "Vloerverwarming").
Stookwerking afhankelijk van de kamertempera-
tuur
Bij de werking afhankelijk van de kamertemperatuur
wordt een kamer zo lang verwarmd tot de ingestelde
kamertemperatuur is bereikt. Hiervoor moet er een
aparte temperatuursensor in de kamer aanwezig zijn.
Stooklijn
Stooklijnen tonen het verband tussen de buitentempe-
ratuur, gewenste kamertemperatuur en de ketelwater
of aanvoertemperatuur. Hoe lager de buitentempera-
tuur, hoe hoger de ketelwatertemperatuur of aanvoer-
temperatuur.
Om bij iedere buitentemperatuur voldoende warmte bij
een zo laag mogelijk brandstofverbruik te garanderen,
moeten de omstandigheden van uw gebouw en uw
CV-installatie in acht worden genomen. Daarvoor
wordt door uw installateur de stooklijn ingesteld.
56
(vervolg)
De verwarming met gereduceerde kamertemperatuur
's nachts en de activering van de "Spaarwerking" bij
korte afwezigheid leveren daarom geen noemens-
waardige energiebesparing op.
De regeling voor het verwarmen en daarmee de aan-
voertemperatuur vindt onafhankelijk van de buitentem-
peratuur plaats.
Weersafhankelijke verwarmingswerking
Bij weersafhankelijke werking wordt de aanvoertempe-
ratuur afhankelijk van de buitentemperatuur geregeld.
Bij een lagere buitentemperatuur wordt meer warmte
beschikbaar gesteld dan bij een hogere.
De buitentemperatuur wordt door een sensor gemeten
en aan de regeling doorgegeven. De sensor is buiten
aan het gebouw aangebracht.
De getoonde stooklijnen gelden bij de volgende instel-
lingen:
■
Niveau van de stooklijn = 0
■
Normale kamertemperatuur (gewenste waarde) =
20 ° C