6.4
Opstarten na een
afsluitingsperiode
1.
Na een langdurige afsluitingsperiode geschiedt het
opnieuw inbedrijfstellen als volgt:
–
Vervang de afdichtingen
– Installeer of vervang slang (→ 5.6 Installeren van
slang).
2.
Voer alle stappen net al voor het eerste opstarten uit
(→ 6.1 Voorbereiding voor inbedrijfstelling van de
pomp)
6.5
Bedienen van de stand-by pomp
De stand-by pomp is met smeermiddel gevuld
(→5.6.4 De pomp met smeermiddel vullen)
Bedien de stand-by pomp tenminste een keer per
week om het vormen van permanente deuken in de
slang te voorkomen.
7.
Onderhoud
Er dienen alleen getrainde technici te worden
gebruikt voor montage- en reparatiewerk. Bij het
aanvragen van onderhoud dient een gepompt
medium certificaat (DIN-veiligheidsgegevensblad of
veiligheidscertificaat) overlegd te worden.
GEVAAR
Risico van letsel als gevolg van draaiende pomp of hete
onderdelen!
Voer geen reparatie-/onderhoudswerkzaamheden op
een draaiende pomp uit.
Laat de pomp volledig afkoelen voordat
reparatiewerkzaamheden worden begonnen.
WAARSCHUWING
Risico van letsel en vergiftiging als gevolg van
gevaarlijke gepompte vloeistoffen!
Gebruik
van
toepassing
beschermende uitrusting wanneer werk aan de pomp
wordt uitgevoerd.
7.1
Inspecties
De tussenpozen voor inspecties zijn afhankelijk van
de bedrijfscyclus van de pomp.
1.
Controleer op geschikte tussenpozen of:
–
De normale bedrijfsomstandigheden onveranderd
zijn
2.
Voor probleemloze werking dient te allen tijde het
volgende te worden verzekerd:
–
Geen lekkage
–
Geen ongebruikelijke geluiden of trillingen tijdens
werking
–
Slang op z'n plaats
Dura 5 - 35
zijnde
persoonlijke
4.0v-06.2013
7.2
Onderhoud
Deze pompen zijn in het algemeen onderhoudsvrij
en eventuele werkzaamheden dienen gewoonlijk
beperkt te worden tot inspecties en waar nodig het
verversen van het smeermiddel, hetgeen vaker
nodig
kan
zijn
omstandigheden.
GEVAAR
Risico van elektrocutie!
Alle elektrische werkzaamheden mogen alleen door
gekwalificeerde elektriciens worden uitgevoerd.
7.2.1
Reinigen van de pomp
OPMERKING
Sterke waterdruk of sproeiwater kan de motoren
beschadigen!
Reinig de motoren NIET met een water- of
stoomstraal.
1.
Reinig grootschalig vuil van de pomp.
2.
Spoel de slang voorzichtig om chemicaliën te
verwijderen (volg het reinigingsprotocol zoals is
aangegeven in (→ 8.1.2 Reinigingsprotocol voor
slangen).
in
stoffige
en/of
hete
18 | Pagina