Terug naar inhoudsopgave
Hulpprogramma voor systeeminstellingen
Onderhoudshandleiding Dell™ Inspiron™ One 19
Overzicht
Vergeten wachtwoorden en CMOS-instellingen wissen
Het BIOS flashen
Overzicht
U kunt het hulpprogramma voor systeeminstellingen voor het volgende gebruiken:
De systeemconfiguratie wijzigen nadat u hardware hebt toegevoegd, gewijzigd of verwijderd
l
Een gebruikersoptie, zoals het gebruikerswachtwoord, instellen of wijzigen.
l
De huidige hoeveelheid geheugen lezen of het geïnstalleerde type vaste schijf instellen.
l
WAARSCHUWING:
Wijzig de instellingen voor dit programma alleen als u een ervaren computergebruiker bent. Bepaalde wijzigingen kunnen
ertoe leiden dat de computer niet langer naar behoren werkt.
OPMERKING:
Voordat u de systeeminstellingen wijzigt, kunt u het beste de gegevens in het scherm met systeeminstellingen noteren, zodat u deze
later ter referentie kunt gebruiken.
Hulpprogramma voor systeeminstellingen starten
1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
2. Wanneer het blauwe DELL™-logo wordt weergegeven, wacht u totdat de F2-prompt verschijnt en drukt u vervolgens direct op <F2>.
OPMERKING:
De F2-prompt duidt erop dat het toetsenbord is geïnitialiseerd. Deze prompt kan zeer snel verschijnen. Let dus goed op en druk
direct op <F2> zodra de prompt verschijnt. Als u te vroeg op <F2> drukt, wordt deze toetsaanslag echter niet geregistreerd. Als u te lang wacht
en het logo van het besturingssysteem verschijnt, moet u wachten tot u het bureaublad van Microsoft® Windows® ziet. Zet vervolgens de
computer uit (zie
De computer
Schermen met systeeminstellingen
In het scherm van het hulpprogramma ziet u de huidige of instelbare configuratiegegevens voor uw computer. De informatie op het scherm is onderverdeeld in
drie delen: de instelbare opties, het actieve helpscherm en toetsfuncties.
Instelbare opties: dit gedeelte bevindt zich links in het scherm voor
systeeminstellingen. Het veld bestaat uit een lijst waar u doorheen kunt bladeren
en die de kenmerken bevat die de configuratie van uw computer bepalen, zoals
geïnstalleerde hardware, energiebesparing en beveiligingsfuncties.
U kunt met de pijltoetsen omhoog en omlaag bladeren door deze lijst. Wanneer een
optie is gemarkeerd, wordt meer informatie over die optie en de beschikbare
instellingen weergegeven in het helpscherm.
Toetsfuncties: dit gedeelte wordt weergegeven onder het helpscherm en vermeldt de toetsen en hun functies binnen het actieve veld met
systeeminstellingen.
Systeemopties
OPMERKING:
De items in dit gedeelte worden mogelijk niet weergegeven of ze wijken enigszins af van de weergave in dit gedeelte. Dit is afhankelijk
van uw computer en de geïnstalleerde apparaten.
System info (Systeeminformatie)
System (Systeem)
BIOS Version (BIOS-versie)
Service Tag (Servicetag)
Processor Type (Processortype)
uitschakelen) en probeer het opnieuw.
Geeft de naam van het systeem weer
Geeft de BIOS-versie weer
Geeft de servicetag van de computer weer indien een servicetag aanwezig is
Geeft informatie over de processor weer
Helpscherm: dit gedeelte bevindt zich rechts in het scherm voor
systeeminstellingen en bevat informatie over elke optie in de lijst met
opties. In dit gedeelte kunt u informatie over uw computer bekijken
en de huidige instellingen wijzigen.
Druk op de pijltoetsen omhoog en omlaag om een optie te selecteren.
Druk op <Enter> om uw keuze te activeren en terug te keren naar de
lijst met instelbare opties.
OPMERKING:
Niet alle instellingen in de lijst met opties kunnen
worden gewijzigd.