de motor minstens een minuut op het laagste
toerental draaien, alvorens te versnellen tot het
hoogste toerental.
Een warme motor starten
· Druk de brandstofbalg (A, Fig.12) 10 maal diep,
maar langzaam in.
· Breng de starthendel (B, Fig.12) omhoog tot u
een klik hoort.
· Controleer of de schakelaar (2, Fig.13A) in de
stand '1' (aan) staat.
· Plaats uw linkerhand op de afdekking van de
motor en uw linkervoet op het frame om te
voorkomen dat de machine beweegt.
· Trek met uw rechterhand langzaam aan
de handgreep (4, Fig.1) totdat u een lichte
weerstand voelt. Laat de kabel niet los en
maak een korte en krachtige trekbeweging,
omdat de motor bij een te zwakke trekkracht
kan verzuipen.
· Als de motor is gestart, laat u hem minstens
een minuut op het laagste toerental draaien,
alvorens te versnellen tot het hoogste
toerental.
Procedure voor verzopen motor
· Demonteer de bougie (3, Fig.1) met de
bijgeleverde sleutel, maak hem schoon en
droog hem.
· Controleer of de star thendel B in een
horizontale stand staat, zoals in Fig.11 wordt
getoond.
· Trek minstens 20 maal aan de starthandgreep
(4, Fig.1).
· Monteer de bougie; geef maximaal gas met de
vaste gashendel (4, Fig.13).
· Start de motor.
Ga als volgt te werk als de motor niet start:
· Demonteer de bougie met de bijgeleverde
sleutel, maak hem schoon en droog.
· Keer de motor ondersteboven met het
bougiegat naar beneden gericht.
· Trek minstens 20 maal aan de starthandgreep
(4, Fig.1) en kijk of het mengsel uit het
bougiegat stroomt. Maak het oppervlak
rondom de zitting van de bougie droog.
· Monteer de bougie weer en herhaal de
handelingen met de gashendel (1, Fig.13) op
de maximale stand en de starthendel (B) in de
horizontale stand, zoals in Fig.11 is getoond.
VOORZICHTIG:
- Wikkel de startkabel nooit om uw hand.
- Gebruik bij het trekken nooit de hele lengte
van de startkabel; hierdoor kan hij breken.
- Laat de startkabel niet plotseling los; houd
de starthandgreep (4, Fig.1) vast en laat de
kabel langzaam oprollen.
INLOPEN VAN DE MOTOR
De motor bereikt het maximale vermogen na 5÷8
bedrijfsuren.
Om overmatige belasting te vermijden mag de
motor tijdens deze inloopperiode niet onbelast
worden gebruikt op het maximale toerental.
LET OP! - Tijdens de inloopperiode mag
de carburatie niet worden veranderd om het
vermogen te vergroten; de motor zou
hierdoor beschadigd kunnen raken.
OPMERKING: het is normaal dat een nieuwe
motor rook afgeeft tijdens het eerste gebruik.
6. Stoppen van de motor
Breng de gashendel op de laagste stand
(1, Fig.13) en wacht een aantal seconden om de
motor af te laten koelen.
Zet de motor af door op de aardingsschakelaar
(2, Fig.13) te drukken.
7. GEBRUIK VAN DE MACHINE
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
De vernevelaar van deze serie is ontwikkeld voor
landbouwgebruik. De gebruikte materialen zijn
bestand tegen normale chemische producten
voor beregening (of onkruidbestijding) in de
landbouw die op de datum van constructie in
gebruik waren.
Andere gebruiksdoelen zijn niet toegestaan en
men aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid
voor eventuele schade door agressieve, dikke of
plakkerige chemische producten.
GEBRUIK DOOR PERSONEN JONGER DAN 18 JAAR
IS STRENG VERBODEN.
Deze handleiding geldt voor ruggedragen
vernevelaars met axiale ventilatoren voor
gewasbeschermingsbehandelingen in boom- en
wijngaarden, alsmede voor verschillende soorten
rijgewassen.
13