Dit deel legt uit hoe u de verschillende metinginstellingen kunt configureren.
1. Tik op
(MENU) en dan op [Algemeen].
• Opname-interval
Selecteert de interval waarmee het logboek wordt geregistreerd.
• Eenheden
Selecteert de meeteenheid.
Als de eenheid wordt gewijzigd terwijl fietscomputer niet met uw smartphone is
verbonden, wordt u gevraagd een eenheid te selecteren wanneer u de volgende keer
een verbinding maakt.
• Hoogte vooraf instellen
Past een voorinstelling toe op de hoogte van een opgegeven positie, zoals uw woning.
Als u Hoogte vooraf instellen INSCHAKELT, wordt de hoogte op het beginpunt van de
meting gecorrigeerd zodat de betrouwbaarheid van de hoogtemeting wordt verbeterd.
* De iPhone 6 en andere smartphones met capaciteiten voor een uiterst nauwkeurige
hoogtemeting, vereisen geen vooraf ingestelde hoogte.
• Automatische ronde
Selecteert de methode —afstand, tijd of kaart— die moet worden gebruikt voor het
automatisch invoeren van de ronde.
* Een punt op de kaart aanduiden:
Om een punt aan te duiden, houdt u de gewenste locatie op de kaart vast.
Smartphone en fietscomputer
Algemeen
Smartphone
Belangrijk
Apparaat
Account