TENNANT A60
5. VEEGPROCES
Neem te allen tijde de in sectie 2.2, 2.4 en 2.7 beschreven
veiligheidsvoorschriften en maatregelen in acht.
De veegmachines worden hoofdzakelijk gebruikt voor het reinigen van de openbare weg. Het
soort vuil dat wordt geveegd bestaat vooral uit afvalresten, zand, grind en bladeren. De
stofvorming die tijdens het vegen ontstaat, wordt tegengegaan door het vuil continu te
sproeien met water.
Het veegresultaat wordt in grote mate bepaald door de in- en afstellingen. De afstelling van
de borstels is afhankelijk van verschillende factoren (zie ook sectie 9.2.2 en 9.2.3). Bij de
keuze van de rijsnelheid en de borstelsnelheid dient rekening te worden gehouden met de
omgevingsomstandigheden.
Met behulp van de joystick besturing van de veegunit en de grote wieluitslag heeft de
machine een grote wendbaarheid tijdens het veegproces. Het manoeuvreren tijdens het vegen
dient altijd te worden aangepast aan de omstandigheden.
Door ervaring zal de bediener na verloop van tijd de omstandigheden goed kunnen inschatten
en de instellingen en veegtechnieken op een juiste manier daaraan kunnen aanpassen.
5.1. Veegomstandigheden
De machinefuncties moeten naar de omstandigheden worden ingesteld. Ook tijdens het vegen
kunnen de instellingen worden gewijzigd, met dien verstande dat de machine en het
veegproces beheersbaar blijven en dat de aandacht niet van het verkeer wordt weggeleid.
Het verstellen van de veegunit en/of 3e-borstel moet voorzichtig gebeuren.
Er mogen geen obstakels of personen in de gevarenzone aanwezig zijn.
Rijsnelheid
Tijdens het vegen moet de rijsnelheid aangepast worden aan de omstandigheden. Een
snelheid van maximaal 7 km/u wordt geadviseerd. Tijdens het vegen wordt automatisch de
schilpadgang ingesteld: dit houdt in dat de machine is afgesteld op een maximale snelheid
van ±12 km/u vooruit en ±8 km/u achteruit bij een motortoerental van ±1300 omwentelingen
per minuut..
In de veegstand wordt het motortoerental ingesteld met de toerenregelaar op het
middendashboard (afb. 6, nr. 1). Het rijpedaal beïnvloed dus uitsluitend de rijsnelheid.
Het abrupt achteruitrijden bij de gebruikelijke veegsnelheid kan gevaar
opleveren voor achteropkomend verkeer.
Zuigkracht
De zuigkracht van de machine wordt bepaald door het ingestelde toerental van de
dieselmotor. Bij een normaal vuilaanbod en een motortoerental van 1300-1500 omw./min.
zijn de slijtage, het brandstofverbruik en de geluidsoverlast in redelijke overeenstemming met
de prestaties van de machine.
Nederlands
Home
- 47 -
Find... Go To..
1043503 rev 01