TENNANT A60
4. VOERTUIGBEDIENING
Neem te allen tijde de in sectie 2.2, 2.3, 2.4 en 2.7 beschreven
veiligheidsvoorschriften en maatregelen in acht.
Voordat aan het verkeer mag worden deelgenomen, dient de bediener zich voldoende eigen te
maken met het rijgedrag van de veegmachine. In het bijzonder moet de bediener goed bekend
zijn met de grote wieluitslag (60°) en de hydraulische aandrijving.
Na voldoende oefening kan de bediener met de veegmachine aan het verkeer deelnemen, mits
er naar de ter plaatse geldende verkeersregels wordt gehandeld.
Men dient te allen tijde voorzichtig te rijden en het rijgedrag aan de omstandigheden aan te
passen, met name bij het op- en afrijden van een helling.
•
Indien de verkeerssituatie het niet toelaat, dient elk manoeuvreren
achterwege te worden gelaten.
•
In verband met de veiligheid:
o moet altijd voor voldoende verlichting worden gezorgd, en
o moet de zwaailamp zijn ingeschakeld.
4.1. Voor het rijden
Voor het in gebruik nemen van de machine moeten eerst de "controlepunten
voor het vegen" in sectie 9.1 worden doorgenomen.
» De bestuurdersstoel moet worden afgesteld naar het postuur van de bestuurder. Dit om
het zitcomfort te verbeteren en lichamelijke klachten te voorkomen. Voor de
afstelmogelijkheden wordt verwezen naar de originele gebruiksaanwijzing van de stoel
(bijgeleverd).
» De spiegels moeten handmatig zo worden afgesteld, dat de bestuurder vanaf zijn
zitplaats de volgende waarnemingen kan verrichten:
-
Via de buitenspiegel linksboven van de machine moet de linker veegborstel
kunnen worden gecontroleerd.
-
Via de achteruitkijkspiegels aan beide zijden van de machine moet het verkeer,
dat zich aan de achterzijde in de directe omgeving van de machine bevindt,
kunnen worden gecontroleerd.
Nederlands
Home
- 44 -
Find... Go To..
1043503 rev 01