4. Gebruik van het apparaat
4.3
Starten en stopzetten van de regelaar
15
1. Stel de 3-standenschakelaar af op 0.
I
2. Ga vooruit tot het laatste weergave kanaal (HRE) met de toets
( .
3. Houd de toets ( 5 seconden ingedrukt.
Er wordt een afstelparameter weergegeven, met de vermelding
T .
M002799-A
4. Selecteer de parameter SX met behulp van de toetsen ) en ( .
5. Druk kort op de toets B .
De vermelding T knippert, de parameter kan ingesteld worden.
6. Wijzig de parameter met behulp van de toetsen ( en ) .
Bijvoorbeeld 45 °C.
7. Druk op B om de afstelling te valideren.
n Terugkeer na een lange afwezigheid
Bij terugkeer na een lange afwezigheid:
4 Stel de richttemperatuur van de zonneboiler SX af op zijn
installatiewaarde.
4 Geef opnieuw toestemming voor de bijverwarmingen.
4 Stel de 3-standenschakelaar af op winter of zomer, afhankelijk van
het seizoen.
OPGELET
Als de temperatuur in de zonnecollectoren hoger is dan
130°C, werkt de regelaar in de veiligheidsmodus. Wacht
tot de avond om de zonnecollectoren in bedrijf te stellen
of af te laten koelen (afdekken).
Het in bedrijf stellen wordt gedaan door de installateur. Eenmaal
onder spanning staat de regelaar in de automatische modus. Om de
zonnepomp in te schakelen, moet de temperatuur minstens 30 °C
bedragen ter hoogte van de collector en moet er een
temperatuurverschil van 6 °C zijn ten opzichte van de boiler.
Als door bijzondere omstandigheden de instellingen
gewijzigd moeten worden, neem dan contact op met de
installateur.
150SE-1S
12/05/2016 - 7606885-06