Toets
Opdracht
Verlichting schakelen
De verlichting wordt in- of uitgeschakeld en de nalooptijd wordt gestart.
6.3.2
Parameters
Toets
Parameters
Dagmodus
Het schakelen van de uitgang bij detectie van een beweging vindt nagenoeg lichtonaf-
hankelijk plaats (inschakeldrempel ca. 2000 lux).
Nachtmodus
De lichtbeoordeling vindt plaats met een minimale inschakeldrempel van 10 lux.
Inschakeldrempel
De helderheidswaarde waarbij de verlichting wordt ingeschakeld, wordt de inscha-
tot
keldrempel genoemd.
De inschakeldrempel kan tussen 20 lux en 1000 lux worden gekozen. Onder deze
waarde wordt de verlichting bij beweging ingeschakeld.
Nalooptijd
tot
Dit is de tijdsduur na een beweging waarbij de aangesloten verlichting ingeschakeld
blijft.
of
Detectiegevoeligheid
Bij een hoge detectiegevoeligheid worden ook kleinere bewegingen herkend en grotere
oppervlakken gedetecteerd.
of
Status LED's
Met deze toets kunnen de statusleds worden geactiveerd of gedeactiveerd.
20
BL4, BL4-C
93288, 93284
Bedieningshandleiding