9. Verwijder de negen schroeven waarmee het moederbord aan het chassis is bevestigd.
1 schroeven (9) 2 moederbord
10. Til het moederbord uit de computer.
WAARSCHUWING:
Kijk bij vervanging van het moederbord naar het moederbord en vergelijk het nieuwe moederbord met het bestaande
moederbord, om zeker te weten dat u het juiste onderdeel hebt.
OPMERKING:
Sommige onderdelen en aansluitingen op vervangende moederborden kunnen op andere plekken zitten dan de overeenkomstige
aansluitingen op het bestaande moederbord.
OPMERKING:
De jumperinstellingen op vervangende moederborden zijn fabrieksinstellingen.
11. Plaats het nieuwe of vervangende moederbord op de juiste wijze door de schroefgaten op het moederbord uit te lijnen met de schroefgaten op het
chassis.
12. Plaats de negen schroeven terug waarmee het moederbord aan het chassis is bevestigd.
13. Sluit de kabels die u eerder uit het moederbord verwijderde opnieuw aan.
14. Plaats de geheugenmodules terug (zie
15. Plaats de processor terug (zie
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat de warmteafleider op juiste wijze is aangebracht en stevig vastzit.
16. Plaats eventuele uitbreidingskaarten terug op het moederbord (zie
17. Plaats de computerkap terug (zie
18. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
19. Flash indien nodig het BIOS van de computer.
OPMERKING:
Zie voor informatie over het flashen van het BIOS het gedeelte
Terug naar inhoudsopgave
Geheugenmodules
vervangen).
De processor
vervangen).
De computerkap
vervangen).
Een PCI Express-kaart
vervangen).
Het BIOS
flashen.