9.3.1
Ontluchter monteren
B Korte zonneslang [1] met veerklemring [2] op de col-
lectoraansluiting schuiven.
B Zonneslang en sensorkabel door het dak leiden.
B Zonneslang voor de retour op dezelfde wijze monte-
ren.
B Flexibel R ¾ met O-ring [3] en dubbele nippel [5] in
de luchtpot schroeven.
B Flexibel R¾ [3] tot aan de aanslag in de zonneslang
schuiven en met veerklemring [2] borgen.
B Leiding [7] in de klemringkoppeling 18 mm steken en
de koppeling vastdraaien.
2
Afb. 65
1
Zonneslang 55 mm
2
Veerklemring
3
Slangnippel
4
Ontluchterset
5
Dubbele nippel G¾ met O-ring
6
Klemring en wartelmoer (uit de aansluitset nemen)
7
Leiding
6 720 648 961 (2011/05) BE
1
2
3
6720647803-41.1T
9.4
Aansluitset voor 2 rijen monteren
(toebehoren)
Voor de verbinding van 2 collectorrijen heeft u een twee-
de aansluitset nodig (
9.4.1
Aansluitset monteren
B Extra zonneslang met blindplug [2] monteren en met
veerklemring [1] borgen,
pagina 9.
4
5
6720640298-27.1ST
Afb. 66
6
B Haakse nippel op collectoraansluitingen aansluiten
(
hoofdstuk 9.2.1, pagina 38).
7
B Afstand tussen de collectorrijen meten en leiding op
deze maat inkorten.
B Breng op de montageplaats de verbinding [1] tussen
de collectorrijen met koperleiding tot stand.
Afb. 67
Hydraulische aansluiting
hoofdstuk 2.8.2, pagina 9).
hoofdstuk 8.1.1,
1
2
1
6720647803-42.1T
39