DOP VAN BENZINETANK
Druk op de knop om het deksel te
openen.
Steek de sleutel naar binnen draai
deze naar rechts om de dop van de
benzinetank te openen. Til de dop met
de sleutel omhoog en verwijder de
dop. Om de dop van de benzinetank
aan te brengen, richt u het driehoekje
naar u toe en lijnt dan de geleidepen-
nen van de dop van de benzinetank
uit. Duw op de dop van de benzine-
tank totdat de vergrendelpennen op
de plaats vastklikken. De sleutel moet
in het slot van de dop zitten voordat de
dop weer wordt aangebracht.
Vul de brandstoftank altijd met verse
benzine. Gebruik geen benzine die al
een tijd staat en vervuild kan zijn door
stof, vuil, water of andere vloeistoffen.
Let bij het vullen van de tank goed op
dat er geen stof, vuil of water in de
brandstoftank kan komen.
OPMERKING:
•
De benzinetank is voorzien van
een drukregulateur rondom de
vulhals van de benzinetank om
eventuele druk te laten ontsnap-
pen wanneer de benzinetank te
heet wordt. De drukregulateur van
de benzinetank kan een fluitend
geluid
voortbrengen
deze de opgebouwde druk laat
ontsnappen.
•
Stop met tanken wanneer de ben-
zinepomp automatisch afslaat. Vul
hierna geen extra benzine meer
bij. De benzine kan dan uitzetten
wanneer de temperatuur toe-
neemt.
WAARSCHUWING
Als u de benzinetank te ver vult,
kan die overstromen wanneer de
benzine uitzet door de hitte van de
motor of van de zon. Benzine die
uit de tank stroomt kan gemakke-
lijk vlam vatten.
Stop met bijvullen wanneer de
benzine de onderzijde van de vul-
hals bereikt.
2-18
wanneer