Opties apparaat
Hier kunt u de volgende printerfuncties instellen:
Afdruk beveiligen
Beveiligde documenten zijn documenten die bij het verzenden naar de
DCP zijn beveiligd met een wachtwoord. Alleen diegenen die het
wachtwoord kennen, kunnen het document afdrukken. Omdat de
documenten zijn beveiligd op de DCP, moet u het bedieningspaneel van
de DCP gebruiken (met het wachtwoord) om het document te printen.
Een beveiligd document verzenden:
1
Selecteer Afdruk beveiligen in Printerfunctie en selecteer
Afdruk beveiligen.
2
Voer uw wachtwoord, gebruikersnaam en de naam van de taak
in en klik op OK.
3
U moet het beveiligde document afdrukken via het
bedieningspaneel van de DCP. (Raadpleeg De toets Secure op
pagina 6-17.)
Een beveiligd document verwijderen:
1
U moet het bedieningspaneel van de DCP gebruiken om een beveiligd
document te verwijderen. (Raadpleeg De toets Secure op pagina 6-17.)
U kunt maximaal 8 MB beveiligde gegevens opslaan in het
geheugen van de DCP.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 7 - 11