Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Montage Op De Klemmenkast Van De Pomp; Wandmontage; Aansluiten Van De Signaalleidingen Voor Ar-Besturingseenheid - Grundfos AR Instructies

Inhoudsopgave

Advertenties

6. Montage

6.1 Montage op de klemmenkast van de pomp

De besturingseenheid is af-fabriek door Grundfos
gemonteerd op de klemmenkast van de pomp!
Voorzichtig
Bij elke ingreep in de besturingseenheid, moet reke-
ning worden gehouden met de e.s.d. (elektrostati-
sche ontlading) bescherming!
Algemene voorwaarden:
Pomp met AC-motor (Grundfos motor)
Pomp met Hall-sensor (slagaanwijzing)
Pomptypes:
– DMX 221
– DMX 226 tot 400 l/h en 3,5 bar maximale tegendruk
– DMH.

6.2 Wandmontage

Bevestig de besturingseenheid aan de wand m.b.v. het bijge-
sloten bevestigingsmateriaal.
Sluit de voedingskabel aan op een motorbeveiligingsschake-
laar (voor dimensionering, zie typeplaatje).
Sluit de besturingskabel aan.
7. Aansluiten van de signaalleidingen voor
AR-besturingseenheid
Waarschuwing
Elektrische aansluitingen mogen uitsluitend worden
gemaakt door gekwalificeerd personeel!
Schakel de voeding uit voordat u de voedingskabel
en de relaiscontacten aansluit!
Houd de lokale veiligheidsvoorschriften aan!
Waarschuwing
Het pomphuis mag uitsluitend worden geopend door
personeel dat is geautoriseerd door Grundfos!
Waarschuwing
Bescherm de kabelaansluitingen en connectoren
tegen corrosie en vochtigheid.
Verwijder alleen de beschermkappen van de aanslui-
tingen die worden gebruikt.
Waarschuwing
De beschermingsklasse wordt alleen gerealiseerd
wanneer de aansluitingen zijn beschermd! De data
m.b.t. de behuizingsklasse geldt voor AR-besturings-
eenheiden met correct aangebrachte connectoren of
opgeschroefde doppen.
De voedingsspanning moet galvanisch gescheiden
Voorzichtig
zijn van de signaalingangen en -uitgangen.
Het risico bestaat dat de eenheid die wordt aangeslo-
ten op de stroomuitgang beschadigd raakt!
Wanneer de pomp die is aangesloten op de stroom-
uitgang een GND-PE referentie heeft, dan kan de
Voorzichtig
stroomuitgang toenemen tot een meervoud van 20
mA!
Wanneer dit het geval is, sluit dan een scheidings-
versterker aan tussen de stroomuitgang en de een-
heid.
8

7.1 Besturingsdata (AR-besturingseenheid)

Functies voor elektronische besturing
Continu bedrijf knop voor functietest en ontluchting van doseer-
kop
Geheugenfunctie (slaat maximaal 65.000 pulsen op)
Twee-traps tank-leeg signaal (bijv. via Grundfos tank-leeg sen-
sor)
Slagsignaal/bijna-leeg signaal (instelbaar)
Doseer besturingsfunctie (alleen met sensor - optioneel)
Membraanlekkagedetectie (alleen met sensor - optioneel)
Instellingen beveiligd met toegangscode
Aan/uit op afstand
Hall-sensor (voor motorbewaking)
Bedrijfsurenteller (kan niet worden gereset)
Bedieningsmodi voor elektronische besturing
Handmatig
Slagfrequentie: handmatig instelbaar
Contactsignaalbesturing
Vermenigvuldigingsfactor (1:n) en deelfactor (n:1) (optioneel)
Stroomsignaalbesturing 0-20 mA / 4-20 mA
Instelling van de slagfrequentie proportioneel aan het stroom-
signaal
Weging van de stroomingang
Ingangen en uitgangen
Ingangen
Maximale belasting: 12 V, 5 mA
Contactsignaal
Minimum pulslengte: 10 ms
Minimum pauzetijd: 10 ms
Maximale belasting: 22 Ω
Stroom 0-20 mA
Aan/uit op afstand
Maximale belasting: 12 V, 5 mA
Tank-leeg signaal
Maximale belasting: 12 V, 5 mA
Doseerbesturing en membraanlekkagesensor
Uitgangen
Maximale belasting: 350 Ω
Stroom 0-20 mA
Maximale Ohmse belasting:
Foutsignaal
50 VDC / 75 VAC, 0,5 A
Slagsignaal
Contacttijd/slag: 200 ms
Maximale Ohmse belasting:
Bijna-leeg signaal
50 VDC / 75 VAC, 0,5 A

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave