Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Handmatige Bediening; Contactsignaalbesturing Met Vermenigvuldigingsfactor 1:N - Grundfos AR Instructies

Inhoudsopgave

Advertenties

8.6.2 Handmatige bediening

Dosering met handmatig aan/uit en handmatig instelbare
doseerflow
In deze bedrijfsmodus, worden alle instellingen op de pomp inge-
voerd door de operator.
Gebruik de "Start/Stop" knop om de pomp te starte of te stoppen.
Gebruik de "Omhoog" en "Omlaag" knoppen om de slagfrequen-
tie te verhogen of te verlagen. Dit kan zowel bij een stilstaande
als een draaiende pomp worden gedaan.
Manual
Run
Afb. 20 Display: slagfrequentie
De maximum weergegeven slagfrequentie wordt automatisch
ingesteld overeenkomstig de netspanning en de overbrengings-
verhouding.
8.6.3 Contactsignaalbesturing met
vermenigvuldigingsfactor 1:n
De pomp moet eerst in deze bedrijfsmodus worden
N.B.
gestart (LED gaat groen branden, "Run" verschijnt op
het display).
Gebruik de "Start/Stop" knop om de pomp te starten of te
stoppen.
Gebruik de "Omhoog" en "Omlaag" knoppen om de vermenig-
vuldigingswaarde in het eerste functieniveau te verhogen of te
verlagen.
0:45
1:n
Afb. 21 Display: 45 slagen per puls
Wanneer de pomp een signaal ontvangt (bij. van een water-
meter met reedcontactuitgang), dan voert deze het ingestelde
aantal doseerslagen uit.
In het voorbeeld n = 45, d.w.z. 45 slagen per contact.
n kan worden ingesteld tussen 0 en 999.
Wanneer de pomp meer contactsignalen ontvangt dan het
aantal dat overeenkomt met de maximale slagwaarde, dan
loopt de pomp in continu bedrijf met de maximale slagfrequen-
tie. De maximale slagfrequentie mag niet worden overschre-
den.
16
120
1/min
Contact
8.6.4 Contactsignaalbesturing met deelfactor n:1
De pomp moet eerst in deze bedrijfsmodus worden
gestart (LED gaat groen branden, "Run" verschijnt op
N.B.
het display).
Gebruik de "Start/Stop" knop om de pomp te starten of te stop-
pen.
Gebruik de "Omhoog" en "Omlaag" knoppen om de deelfactor-
instelling in het eerste functieniveau te wijzigen.
n:1
Afb. 22 Display: 45 slagen per puls
Wanneer de pomp het ingestelde aantal pulsen ontvangt via
de contactingang (bijv. van een watermeter met reedcontact-
uitgang), dan voert deze een doseerslag uit.
In het voorbeeld n = 45, d.w.z. 45 contacten per puls.
n kan worden ingesteld tussen 0 en 999.
Wanneer de pomp meer contactsignalen ontvangt dan het
aantal conform de maximale slagfrequentie, dan loopt de
pomp in continu bedrijf met maximale slagfrequentie.
De maximale slagfrequentie mag niet worden overschreden.
Geheugenfunctie / overtollige contactsignalen
Contactsignalen, die niet direct verwerkt kunnen worden, kunnen
worden opgeslagen en vervolgens aan de pomp beschikbaar
worden gesteld voor verwerking. Een maximum van 65.000 con-
tactsignalen kan worden opgeslagen.
Zonder geheugen: Wanneer de pomp loopt terwijl een con-
tactsignaal wordt ontvangen, dan wordt het signaal gene-
geerd. De pomp voert de huidige dosering uit, vervolgens is
deze weer klaar om nieuwe contactsignalen te ontvangen,
d.w.z. het negeert overtollige contacten.
Met geheugen: Wanneer de pomp draait terwijl een contact-
signaal wordt ontvangen, dan wordt het signaal in het geheu-
gen opgeslagen. Allereerst voert de pomp de huidige dosering
uit, vervolgens verwerkt het de contactsignalen uit het geheu-
gen.
De inhoud van het geheugen wordt gewist:
door uitschakelen van de voedingsspanning
door schakelen van de bedrijfsmodus.
De inhoud van het geheugen wordt niet verwijderd:
door bekrachtigen van het op afstand aan/uit contact
door op de "Start/Stop" knop te drukken
door continu bedrijf.
De geheugenfunctie kan worden ingeschakeld en uit-
N.B.
geschakeld in het tweede functieniveau.
Contact
45:0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave