Wanneer de volgende aanwijzingen niet in acht worden genomen,
kan dit leiden tot foutieve of mislukte metingen.
• Op de vinger waarop de meting wordt uitgevoerd, mag geen nagellak, kunstnagel of
andere cosmetica zijn aangebracht.
• De nagel van de vinger waarop de meting wordt uitgevoerd, moet zo kort zijn dat de
vingertop de sensorelementen in de behuizing bedekt.
• Personen mogen zich tijdens de meting niet bewegen. Houd uw hand, vinger en lichaam
tijdens de meting stil.
• Bij personen met hartritmestoornissen kunnen de meetwaarden van de zuurstofverza-
diging (SpO₂) en de hartslagfrequentie (PRbpm) vertekend zijn. In sommige gevallen is
een meting zelfs helemaal niet mogelijk.
• Bij het gebruik van elektrochirurgische apparaten of defibrillatoren kan de werking van
de pulse-oximeter worden beïnvloed.
• De pulse-oximeter geeft in geval van koolmonoxidevergiftiging te hoge meetwaarden
weer.
• Om ervoor te zorgen dat het meetresultaat niet vertekend wordt, mag er in de nabije
omgeving van de pulse-oximeter geen sterke lichtbron (zoals tl-buizen of direct zonlicht)
aanwezig zijn.
• Bij personen die een lage bloeddruk hebben, bloedvatvernauwende medicijnen innemen
of geelzucht hebben kunnen onjuiste of vertekende meetresultaten ontstaan.
• Bij patiënten die in het verleden kleurstoffen toegediend hebben gekregen in het zieken-
huis en bij patiënten met abnormale hemoglobineverschijnselen moet op een vertekend
meetresultaat worden gerekend. Dit geldt met name bij koolmonoxidevergiftigingen en
10