2
1. Veiligheidsvoorschriften
1. veiligheidsvoorschriften
Dit hoofdstuk geeft algemene richtlijnen voor een goede
omgang met het meetapparaat.
Verwondingen en schade vermijden
➤ Niet aan of in de buurt van spanningsvoerende delen
meten.
➤ Het apparaat en voelers nooit samen met oplosmiddelen
opslaan, geen droogmiddelen gebruiken.
Productveiligheid/aansprakelijkheid
➤ Het meetapparaat alleen gebruiken binnen de onder
Technische gegevens voorgeschreven parameters.
➤ Het meetapparaat alleen vakkundig en volgens de
voorschriften gebruiken. Geen geweld gebruiken.
➤ De handgreep en kabels niet aan temperaturen boven 70ºC
blootstellen, wanneer deze niet uitdrukkelijk voor hogere
temperaturen geschikt zijn bevonden.
Temperatuurindicaties op de voelers betreffen alleen het
meetbereik van de sensor.
➤ Het meetapparaat alleen openen wanneer dat voor het
onderhoud of de verzorging uitdrukkelijk in de
documentatie beschreven is. Alleen die onderhouds-
werkzaamheden uitvoeren die in de documentatie
beschreven staan. Daarbij de voorgeschreven handelingen
uitvoeren. Uit veiligheidsoverwegingen alleen originele
testo-onderdelen gebruiken.
Milieuvoorschriften
➤ Defecte accu's/lege batterijen op de daarvoor
bestemde inzamelplaatsen inleveren.
➤ testo meters bevatten geen schadelijke stoffen
conform de RoHs richtlijn.
➤ Het apparaat aan het einde van zijn nuttige
leven inleveren bij de daartoe bestemde
verzamelplaatsen of retourneren aan testo. Wij
dragen dan zorg voor een milieuvriendelijke
verwerking.