EURODESK SX3242FX/SX2442FX
2.9
Grafische 9-Band Stereo-Equalizer
Afb. 2.24:
De grafische stereo-equalizer
(53) De EURODESK beschikt over een grafische 9-Band Stereo-
Equalizer, die naar keuze het Main- of het AUX 1-signaal kan
bewerken. Met behulp van de equalizer kunt u het geluid
aan de ruimtelijke omstandigheden aanpassen.
(54) Met de EQ IN-schakelaar zet u de grafische equalizer aan.
Als de equalizer is ingeschakeld, dan lichten de fader-LEDs
op.
(55) Met de MAIN/AUX 1-schakelaar bepaalt u of het Main- of
het AUX 1-signaal door de equalizer bewerkt wordt.
(56) Als u de FBQ IN-schakelaar indrukt, wordt het FBQ
Feedback-erkenningsysteem geactiveerd. De frequentie (of
de frequenties) die de feedback oproept, worden met behulp
van de fel oplichtende Fader-LED aangegeven. Alle andere
LED's gaan uit. Verlaag nu simpelweg het desbetreffende
frequentiebereik, totdat de feedback niet meer optreedt.
In de stand 'AUX 1' (zie
(55)) geven de EQ Fader-LED's
+
het MAIN- en de AUX 1-signaal gelijktijdig aan. Zodra
echter in een van de signalen een feedback optreedt,
wordt het signaal 'zonder' feedback gedempt om een
eenduidig indicatie van de feedback-frequentie moge-
lijk te maken. Zet, als de feedback in het MAIN-signaal
aanwezig is, schakelaar (55) in de stand 'MAIN' om de
terugkoppeling met behulp van van de 9-band equalizer
op te heffen.
2.10
Effectsectie
Afb. 2.25:
De digitale effectmodule
(57) Hier vindt u een overzicht van alle presets van de multi-
effectprocessor (raadpleeg hiervoor ook hfd. 3 "Digitale
effectprocessor").
(58) Dit zijn de FX LED-niveauweergaves, waarmee het ingangs-
signaal van de effectprocessor wordt aangegeven. Let u
erop, dat de Clip-LED-weergave alleen bij niveaupieken
10
gaat branden. Wanneer deze constant brandt dan bent u de
effectprocessor aan het oversturen en kunnen er onaange-
name vervormingen optreden.
(59) Het Effect-Display geeft altijd aan welke presets gekozen
zijn.
(60) Dit is de Master FX 1 (resp. 2) SEND-regelaar waarmee u
de geluidssterkte van alle, FX Send-signalen op de desbe-
treffende FX Send-bussen (zie (66)) en op ingangen van
de effectprocessor kunt instellen. Hiermee regelt u de som
van alle FX 1 resp. FX 2-signalen op ingangskanalen. Als
er géén FX SEND-regelaar opengedraaid is dan krijgt de
effectprocessor géén ingangssignaal.
(61) Door de FX 1 (resp. FX 2)-regelaar te draaien selecteert u
de effectpresets. Het kort indrukken van de (PUSH)-regelaar
bevestigt uw keuze en activeert het gekozen effect.
(62) Met de FX 1 (resp. 2) TO AUX 1-regelaars kunt u het AUX
1-monitorsignaal van de ingebouwde effectprocessor(FX
1 resp. FX 2) toemengen. Voor deze toepassing moet de
effectprocessor natuurlijk eerst een signaal ontvangen.
Hiervoor moeten de FX-regelaars op de kanaalbedieningen
en de desbetreffende FX SEND-regelaars zijn opengedraaid
en moet de kanaal-fader naar boven geschoven zijn.
(63) Dit is de FX 1 (resp. 2) TO AUX 2-regelaar waarmee u het
AUX 2-monitorsignaal van het effectsignaal van de effect-
processor kunt toemengen. Hier geldt hetzelfde voor als bij
(62).
(64) Met de FX 1 (resp. 2) TO MAIN-regelaar wordt het effectsig-
naal ofwel aan de Main Mix ofwel aan de subgroepen 1 en 2
(resp. 3 en 4) doorgespeeld. Dit hangt af van de instellingen
van de daarboven gelegen keuzeschakelaar (zie (65)). Als
de regelaar linksom gedraaid is, is er géén effectsignaal te
beluisteren. Ook hier moeten de FX-regelaars op de ka-
naalbedieningen en de desbetreffende FX SEND-regelaars
opengedraaid staan en moet de kanaal-fader naar boven
geschoven zijn.
(65) Met behulp van deze keuzeschakelaar kunt u het effectsig-
naal op de Main Mix of op de subgroepen 1 - 2 resp. 3 - 4 zet-
ten. Als de bovenste MAIN/SUB-schakelaar niet is ingedrukt
dan wordt het effectsignaal aan de Main Mix toegevoegd. In
dat geval heeft de daaronder gelegen SUB 1/2 / SUB 3/4-
schakelaar géén functie. Staat de bovenste schakelaar op
de ingedrukte stand (SUB) dan bepaalt u met de onderste
schakelaar of het effectsignaal naar de subgroepen 1 en 2
(SUB 1/2) of 3 en 4 (SUB 3/4) wordt doorgestuurd.
Afb. 2.26:
(66) Via de FX SEND 1 en 2-aansluitingen worden MasterFX
Send-signalen uitgevoerd, om bijv op de ingangen van een
extern effectapparaat aan te sluiten. Hierbij gaat het om
"droge" Send-signalen. Hierover worden géén "effectsigna-
len" van de interne effectprocessor uitgevoerd!
(67) Over de Stereo FX RETURN-ingangen 1 en 2 kunnen de
effectsignalen van externe effectprocessors worden terug-
gevoerd. Deze worden op de Main Mix teruggespeeld.
Bedieningselementen en aansluitingen
FX Send- und Return-aansluitingen
Afb. 2.27:
Footswitch-aansluiting