Storingen: oorzaken en oplossingen
Storingsindicaties en oplossingen
De storingscodes worden via het display
van de LMU knipperend weergegeven.
Om de storingscode na de reparatie op
te heffen,is het voldoende om de "Reset"
toets minstens 2 sec. lang ingedrukt te
houden.
Storingslijst LMU
Code nr. Storing
0
Geen vraag
10
Fout - buitensensor controleren
20
Fout - ketelsensor 1 controleren
28
Fout - gasafvoersensor controleren
32
Fout - vertrekvoeler 2 controleren
40
Fout - terugloopsensor 1 controleren
50
Fout - gebruikswatersensor 1 controleren
52
Fout - gebruikswatersensor 2 controleren
61
Kamermodule 1 storing
62
Verkeerde kamermodule of verkeerde
radioklok
78
Fout – waterdruksensor
81
Kortsluiting in de LPB of geen spanning
82
Adresfout in de LPB
91
Gegevensverlies in de EPROM
92
Hardwarefout in de elektronica
100
Twee tijdmasters (normaal 1 tijdmaster),
Problemen in de programmering
105
Onderhoudsmelding
110
STB is geactiveerd
111
Temperatuurbewaker is geactiveerd
113
Monitorsysteem rookgasafvoer is
geactiveerd
117
Waterdruk te hoog
118
Waterdruk te laag
130
Grenswaarde afvoergastemperatuur
overschreden
132
Veiligheidsuitschakeling
34
Oplossing
Sensor is correct gemonteerd en aangesloten
Sensor is correct gemonteerd en aangesloten
Sensor is correct gemonteerd en aangesloten
Sensor is correct gemonteerd en aangesloten
Sensor is correct gemonteerd en aangesloten
Sensor is correct gemonteerd en aangesloten
Sensor is correct gemonteerd en aangesloten
Aansluitingen op het toestel controleren
Compatibiliteit van ruimtelijke eenheid of schakelklok
controleren
Druk in het circuit verhogen (indien P< 0,2 bar) – aans-
luitingen van drukverdeler controleren.
Bekabeling controleren
Adres controleren
LMU vervangen
LMU vervangen
Parameter 96 op de QAA73 controleren (één toestel
heeft "QAA73" als weergave).
De aard van het onderhoud kan via de QAA73
(Par 726) opgevraagd worden
Controleren of brug X3-01 bestaat en of er voldoende
waterdruk in de installatie is (pomp, aansluitklep, enz.)
Controleren of er voldoende waterdruk in de installatie
is (pomp, aansluitklep, enz.)
Controleren of de ketel niet wordt overbelast of de
warmtewisselaar niet vervuild is
Drukniveau controleren of instellen, indien nodig met
P < 3,5 bar
Drukniveau controleren of instellen, indien nodig met
P > 0,4 bar
Controleren of de ketel niet wordt overbelast of de
warmtewisselaar niet vervuild is
Controleren of brug X10-03 bestaat en of de kabel
correct aangesloten is
Display
normaal
display
display
display
display
display
display
display
display
display
Storing
display
display
Storing
Storing
display
display
Storing
display
display
display
display
Storing
Storing