5 Installatie
2
3
4
5
Afb. 5.4 Zonnesysteemaansluitingen op de boilereenheid
Gebruik voor de verbinding de klemringschroefverbin-
dingen als volgt:
a
Attentie!
Als u de klemringschroefverbindingen zonder de
steunhulzen monteert, kan de koperen buis ver-
vormen. Een lekkende en beschadigde zonnesys-
teemaansluiting zou het gevolg zijn!
Zorg ervoor dat de klemringschroefverbindingen
stevig vastgedraaid worden.
Bescherm de zonneaansluiting tegen schade
door bij het vastdraaien tegen te houden.
• Breng een steunhuls (2) tot de aanslag in de koperbuis
(1) naar binnen.
• Schuif een wartelmoer (3) en een klemring (4) op de
koperbuis.
• Steek de koperbuis tot aan de aanslag op het schroef-
bevestigingselement (5) en draai de wartelmoer in
deze positie vast.
5.3
Elektrische installatie
5.3.1
Voorschriften
Voor de bedrading moeten gewone leidingen gebruikt
worden.
Doorsnede van de leidingen:
– Aansluitleiding 230 V
(netaansluitkabel):
– Laagspanningsleidingen
(voelerleidingen):
Voelerleidingen mogen een maximale lengte van 50 m
niet overschrijden.
Aansluitleidingen met 230 V en voelerleidingen moeten
vanaf een lengte van 10 m afzonderlijk geplaatst worden.
14
1
2
1,5 mm
of 2,5 mm
min. 0,75 mm
Als alternatief gebruikt u afgeschermde kabels voor de
voelers.
Aansluitleidingen van 230 V moeten 1,5 mm
hebben en moeten met de bijgeleverde trekontlastingen
op de basissokkel bevestigd worden.
Vrije klemmen van de toestellen mogen niet als steun-
klemmen voor verdere bedrading gebruikt worden.
De installatie van de zonneboiler moet in droge ruimtes
gebeuren.
De zonneboiler moet via een vaste aansluiting en een
scheidingsinrichting over alle polen met een contactope-
ning van ten minste 3 mm (b.v. zekeringen of contactver-
brekers) aangesloten worden.
5.3.2
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag alleen door een erkend
installateur worden uitgevoerd.
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok aan span-
ningvoerende aansluitingen!
Voor werkzaamheden aan het toestel de
stroomtoevoer uitschakelen en tegen het op-
nieuw inschakelen beveiligen.
Attentie!
a
Beschadigingsgevaar voor de printplaat door
kortsluiting aan de aansluitingsleidingen.
Draadeinden met 230 V mogen om veiligheids-
redenen voor de aansluitingen op een ProE-
stekker max. over een lengte van 30 mm ont-
manteld worden. Wordt langer ontmanteld, dan
bestaat gevaar voor kortsluitingen op de print-
plaat.
Attentie!
Beschadigingsgevaar voor de printplaat door
overbelasting.
Het C1/C2-contact is een 24 V laagspannings-
contact en mag in geen geval als 230 V scha-
kelcontact gebruikt worden.
2
2
Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020111137_00
2
doorsnede