Hoofdstuk 7
Afb. 35: Minimumafstand ten
opzichte van de gevaarlijke
plaats bij haakse nadering
66
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
Montage
7.1.1
Minimumafstand ten opzichte van de gevaarlijke zone
Tussen de meerstraals inloopbeveiliging en de gevaarlijke zone moet een minimum-
afstand in acht worden genomen. Hierdoor bestaat de zekerheid, dat de gevaarlijke zone
pas bereikt kan worden, als de gevaarlijke toestand van de machine volledig voorbij is.
De minimumafstand volgens EN ISO 13 855 en EN ISO 13 857 hangt af van:
de nalooptijd van de machine of de installatie
(De nalooptijd vindt u in de machinedocumentatie of u moet ze op basis van een meting
achterhalen.)
reactietijd van de veiligheidsvoorziening (kijk voor reactietijden in de paragraaf 13.1
„Informatieblad" op pagina 114)
grijp- en naderingssnelheid
oplossend vermogen van de meerstraals inloopbeveiliging c.q. straalafstand
andere parameters die al naar gelang de toepassing door de norm bepaald worden
Voor het geldigheidsbereik van OSHA en ANSI hangt de minimumafstand volgens
ANSI B11.19:2003I04, Annex D en Code of Federal Regulations, uitgave 29, deel
1910.217 ... (h) (9) (v) af van:
de nalooptijd van de machine of de installatie
(De nalooptijd vindt u in de machinedocumentatie of u moet ze op basis van een meting
achterhalen.)
reactietijd van de veiligheidsvoorziening (kijk voor reactietijden in de paragraaf 13.1
„Informatieblad" op pagina 114)
grijp-/naderingssnelheid
andere parameters die al naar gelang de toepassing door de norm bepaald worden
Het berekenen van de minimumafstand bij een haakse nadering
Richting van de
nadering
Hoogte van de stralen vanaf de grond
Minimumafstand S (D
Hoogte van de
gevarenzone
M4000
Bedieningshandleiding
M4000 Adv., Adv. A/P, Area
)
s
Gevaar-
lijke
punt
8010803/YT72/2016-02-19
Wijzigingen en correcties voorbehouden