5. SR-720 PG2 APPARAAT INSTELLINGEN
Deze sectie beschrijft hoe de default (standaard) parameters van de sirene vanaf het beveiligingscentrale geconfigureerd worden.
Voor het aanpassen van de Sirene instellingen
Zie de Installatiegids van het beveiligingscentrale en voer de procedure uit voor "Een draadloos apparaat inleren" (sectie 4.5.2) of "Een
apparaat wijzigen" (sectie 4.5.5). Ga daarna voor het aanpassen van de apparaat default instellingen hieronder verder.
DEFAULTS
1.
FLITSER ALARM
2.
Tijd gestuurd
3.
of
4.
FLITSER ALARM
5.
IN/UIT TONEN
6.
Uit
7.
of
8.
IN/UIT TONEN
9.
SQUAWK
10.
Uit
11.
of
12.
SQUAWK
13.
Sirene volume
14.
Maximum
15.
of
16.
Sirene volume
17.
Sirene bij sir. sab.
D-303089
Hier bepaalt u of de flitser geactiveerd moet worden, en zo ja of deze actief moet blijven
totdat het alarmsysteem is uitgeschakeld, of voor de geprogrammeerde tijdsperiode (zie
sectie "Sirene configuratie" in de Installatiehandleiding van het besturingspaneel.
Selecteer tussen "Tijd gestuurd", "Uitgeschakeld" en "
Hier bepaalt u of de uitloop – inloop piepjes in worden geschakeld, en zo ja of zij in THUIS
of WEG modus geactiveerd worden.
Selecteer tussen "
Hier bepaalt u of de squawk wordt ingeschakeld, en zo ja of dan alleen de sirene of de
sirene en de flitser gezamenlijk worden ingeschakeld.
Selecteer tussen "
Hier bepaalt u het volume niveau van de sirene.
Selecteer tussen "Maximum", "Minimum" en "Middel".
Hier bepaalt u of de sirene een sabotagealarm laat horen als er geen communicatie is
tussen de sirene en het beveiligingscentrale.
Uit
", "Uit @ Deel" en "
Aan
".
Uit
", "
alleen sirene
", "
alleen flitser
Tot uitschakel
".
" en "
Sirene+flitser
".
3