Terughaalveer vervangen
Het starterhuis wegnemen (zie hoofdstuk "Startkabel vervan-
gen").
De luchtgeleiding van het starterhuis scheiden (zie hoofdstuk
"Startkabel vervangen").
Zekerring (1) wegnemen (tang voor buitenzekerringen, zie
Toebehoordelen).
Kabeltrommel (2) eraf nemen.
Schroef (3) eruit draaien.
De terughaalveer (4) met behulp van een schroevedraaier of een
dergelijk gereedschap gelijkelijk uit de verklemming hieven. Hier-
bij uiterst voorzichtig te werk gaan, de terughaalveer staat
onder voorspanning en kan uit de kassette springen!
ATTENTIE: Gevaar van letsel! Bij dit werk onvoorwaardelijk
veiligheidsbril en beschermhandschoenen dragen!
Reserveterughaalveren worden reeds in het huis gespannen
geleverd. VOORZICHTIG, de veer kan eruit springen. Een
eruit gesprongen veer kan als aangegeven weer worden ingezet
( let daarbij op de draairichting!).
De nieuwe terughaalveer (4) moet vóór de inbouw in het star-
terhuis met universeel vet, bestelnr. 944 360 000, licht worden
ingevet. Dan de terughaalveer (4) inzetten en
licht aandrukken, zodat de tongen (5) in de opnemers klikken.
De kabeltrommel (2) en lagerhals niet invetten!
Schroef (3) erin draaien en slechts licht vastdraaien.
De kabeltrommel bij het eropzetten lichtelijk draaien tot deze
voelbaar inklikt. Dan de zekerring aanbrengen.
Startkabel opwikkelen (zie Hoofdst. „Startkabel vervangen").
De luchtgeleiding aanbrengen (zie hoofdstuk "Startkabel ver-
vangen").
Bij het opzetten van het starterhuis eventueel licht aan de start-
greep trekken, tot het startmechanisme aangrijpt.
24