Startkabel vervangen
Vier schroeven (14) losdraaien. Starterhuis (15) wegnemen.
Twee schroeven (16) uitdraaien en de luchtgeleiding (17) voor-
zichtig van het starterhuis (15) scheiden. Hierbij de volgorde (A
- B - C - D) aanhouden.
Oude kabelresten (18) verwijderen.
De nieuwe startkabel (ø 4,0 mm, 1000 mm lang), zoals op de
afbeelding getoond, inrijgen (de schijf (19) niet vergeten) en in
de beide uiteinden een knoop leggen.
Knoop (20) in de kabeltommerl (21) aanbrengen.
LET OP: De knoop resp. het startkabeluiteinde mag niet boven
het oppervlak van de kabeltrommel uitsteken.
Knoop (22) door de startgreep (23) halen.
Kabel in de uitsparing (24) van de kabeltrommel steken en met
behulp van de kabel de kabeltrommel twee keer in de richting
van de pijl draaien.
Kabeltrommel met de linkerhand vasthouden, met de rechterhand
de verdraaiing van de kabel opheffen, de kabel strak trekken
en vasthouden.
Kabeltrommel loslaten. De kabel wordt door de veerkracht op
de kabeltrommel gewikkeld.
Het proces driemaal herhalen. De startgreep moet nu recht
op het starterhuis staan.
OPMERKING: Bij geheel uitgetrokken startkabel moet de
kabeltrommel minstens 1/4 toer tegen de veerkracht in verder
kunnen worden gedraaid.
LET OP:
Gevaar van letsel! De eruit getrokken aanwerpgreep goed
vasthouden, daar deze terugschiet als de kabeltrommel per
ongeluk losgelaten wordt.
De luchtgeleiding (17) in omgekeerde volgorde monteren. Let
erop dat de geleiding (25) in de houder (26) aan het starterhuis
ligt.
Bij het opzetten van het starterhuis eventueel licht aan de start-
greep trekken, tot het startmechanisme aangrijpt.
23