De hartslagprogramma's staan dus standaard ingesteld op 60, of 80% van uw maximale hartslag. U kunt de
target hartslag ook nog handmatig aanpassen als u dat wilt.
De computer helpt u bij het aanhouden van de juiste hartslag. Op het moment dat uw hartslag te veel zakt,
zorgt de computer ervoor dat de weerstand verhoogt wordt. Zit u boven target, dan zorgt de computer ervoor
dat uw hartslag verlaagt wordt.
Het instellen van een hartslagprogramma werkt hetzelfde als het instellen van een voorgeprogrammeerd
programma, zoals verderop in deze handleiding staat beschreven.
Echter bij de laatste stap, alvorens u om start drukt wordt u het volgende gevraagd in te voeren: THR (Target
Heart Rate) oftewel uw doelhartslag.
Als u deze aan wilt passen kunt u dat doen door de up/down toetsen te gebruiken.
Nadat u uw target heeft ingesteld, druk dan op enter en vervolgens op start om het programma te starten
Hartslagprogramma starten:
Stap 1
Druk op HR1, of HR2 om te beginnen.
Stap 2
Voer uw leeftijd in met gebruik van de LEVEL up/down toetsen. Bevestig met enter.
Stap 3
Voer nu uw gewicht in met gebruik van de up/down toetsen en bevestig weer met enter.
Stap 4
Vervolgens kunt u op dezelfde manier de tijd instellen. Stel de gewenste trainingstijd in en bevestig met enter.
Stap 5
Als laatste stap dient u uw hartslag target in te voeren (voor meer informatie zie hierboven ) pas de target
hartslag eventueel aan met de up/down toetsen en druk op enter om te bevestigen. Druk vervolgens op start
om de training te beginnen.
Gebruik hartslagband/sensoren
Om uw hartslag te meten tijdens de training kunt u de handvatten vasthouden, of de borstband gebruiken.
Sensoren
Op de handvatten ziet u aan weerszijde metalen plaatjes die dienen als sensoren voor de hartslag. Wanneer u
de sensoren vasthoudt zal de hartslag worden weergegeven. Echter zal de weergave niet zo precies zijn, als
wanneer u een de hartslagband gebruikt. Bij de hartslagprogramma's HR1 en HR2 dient u altijd de
hartslagband te gebruiken.
Borstband
Zorg ervoor dat de borstband de juist maat heeft. De borstband dient niet te strak te zitten, omdat dat
onprettig kan zijn tijdens de training en omdat het kan gaan knellen. Ook dient de borstband niet te los te
zitten, omdat deze dan af kan zakken en omdat de hartslag dan minder goed opgepakt kan worden. Zorg
ervoor dat u de binnenkant van de band bevochtigd voor u begint met trainen. Dit dient te gebeuren, zodat er
geleiding is van uw hart naar uw borstband. Zonder het bevochtigen van de borstband bestaat de kans dat de
hartslag niet, of foutief weergegeven wordt.
3