• Voer twee controles uit van alle bedrading voordat van het systeem de spanning wordt
ingeschakeld.
• Sluit geen "N" of "L" kabels aan van de 110/220VAC spanningsbron op de 0V-aansluiting van de
componenten (PLC, I/O-M's, EEU/EBU).
• Een externe 24 V DC voeding is noodzakelijk voor de PLC besturing, Eindunit (EEU), I/O-M 1
module en het gebruik van de uitgangen van de I/O-M 2 module.
PLC ingangen en uitgangen
De digitale ingangen zijn gescheiden in twee geïsoleerde groepen:
• I0–I9 gebruiken de gemeenschappelijke aansluiting CM0.
• I10–I23 gebruiken de gemeenschappelijke aansluiting CM1.
• De twee analoge ingangen (AI0–AI1) zijn niet geïsoleerd.
• De twee analoge ingangen (AI0–AI1) gebruiken de gemeenschappelijke aansluiting CM1.
De relaisuitgangen zijn gescheiden in twee geïsoleerde groepen:
• O0–O5 gebruiken de gemeenschappelijke aansluiting CM3.
• O6–O11 gebruiken de gemeenschappelijke aansluiting CM4.
I/O-M 1 ingangen en uitgangen:
• De analoge ingangen zijn niet geïsoleerd.
• Elke ingang heeft een bijbehorende gemeenschappelijke aansluiting (CM0 voor I0#, CM1
voor I1#, CM2 voor I2#, CM3 voor I3#). Sluit elke analoge ingang aan op de bijbehorende
gemeenschappelijke aansluiting (CM).
• De analoge uitgangen zijn niet geïsoleerd.
• Elke uitgang heeft een bijbehorende gemeenschappelijke aansluiting (CM4 voor O0, CM5 voor
O1). Sluit elke analoge uitgang aan op de bijbehorende gemeenschappelijke aansluiting (CM).
• Sluit CM4 of CM5 niet aan op de 0V-aansluiting van het systeem.
I/O-M 2 ingangen en uitgangen
De ingangen zijn gescheiden in twee geïsoleerde groepen:
• I0–I3 gebruiken de gemeenschappelijke aansluiting CM0.
• I4–I7 gebruiken de gemeenschappelijke aansluiting CM1.
Voedingsuitgangen:
• Een externe 24 V DC voeding is noodzakelijk voor het gebruik van de uitgangen van de I/O-M 2
module.
Sluit de 0V-aansluiting van de Eindunit (EEU) en de I/O-M 1 module
(I/O-M 1) aan op de 0V-aansluiting van de PLC besturing. Indien deze
instructie niet wordt opgevolgd, kan dit schade veroorzaken aan de
Gebruik gemeenschappelijke aansluitingen CM4 of CM5 niet voor
andere functies dan de analoge belastingsuitgang. Indien deze
instructie niet wordt opgevolgd, kan dit schade veroorzaken aan de
Ridder Drive Systems B.V.
T +31 (0)341 416 854 - F +31 (0)341 416 611 - I ridder.com
componenten.
module.
24