Informatie over de printermenu's
AppleTalk, menu
U kunt als volgt het menu openen:
•
Netwerk/poorten > Standaardnetwerk > Standaardnetwerkinstelling > AppleTalk
•
Netwerk/Poorten > Netwerk [x] > Netwerk [x] Instellingen > AppleTalk
Optie
Inschakelen
Ja
Nee
Naam weergeven
Adres weergeven
Zone instellen
[lijst met zones beschikbaar
op het netwerk]
Menu Standaard-USB
Optie
PCL SmartSwitch
Aan
Uit
PS SmartSwitch
Aan
Uit
NPA-modus
Aan
Uit
Automatisch
Tot
Ondersteuning voor AppleTalk in- of uitschakelen.
Opmerking: "Nee" is de standaardinstelling.
De toegewezen AppleTalk-naam weergeven.
Opmerking: U kunt de AppleTalk-naam alleen wijzigen via de Embedded Web
Server.
Het toegewezen AppleTalk-adres weergeven.
Opmerking: U kunt het AppleTalk-adres alleen wijzigen via de Embedded Web
Server.
Een lijst met AppleTalk-zones weergeven die op het netwerk beschikbaar zijn.
Opmerking: De standaardzone voor het netwerk is de standaardinstelling.
Functie
De printer zo instellen dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een
afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Opmerkingen:
•
Aan is de standaardinstelling.
•
Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende
gegevens niet. De printer gebruikt PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld
op Aan. Als PS SmartSwitch is ingesteld op Uit, wordt de standaardprintertaal gebruikt
die in het menu Instellingen is opgegeven.
De printer zo instellen dat deze automatisch overschakelt op PS-emulatie als dit door een
afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Opmerkingen:
•
Aan is de standaardinstelling.
•
Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende
gegevens niet. De printer gebruikt PCL-emulatie als PCL SmartSwitch is ingesteld op
Aan. Als PCL SmartSwitch is ingesteld op Uit, wordt de standaardprintertaal gebruikt die
in het menu Instellingen is opgegeven.
Instellen of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie moet uitvoeren,
zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPA-protocol.
Opmerkingen:
•
Automatisch is de standaardinstelling. Met Automatisch controleert de printer gegevens,
stelt de indeling vast en verwerkt gegevens vervolgens op de juiste manier.
•
De printer wordt automatisch opnieuw opgestart als de instelling wordt gewijzigd met
het bedieningspaneel van de printer. De menu-instelling wordt bijgewerkt.
178