en waarschuwingen ("Let op!" en "Aanwijzing") in acht nemen, zoals die in deze handleiding
vermeld staan. U dient op de volgende symbolen te letten:
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen in deze ge-
bruiksaanwijzing, waar u beslist op moet letten!
Dit apparaat is CE-getest en voldoet derhalve aan de geldende Europese en natio-
nale richtlijnen.
Veiligheidsklasse II (dubbele isolatie).
CAT III
Overspanningscatgegorie III voor metingen in de installatie van gebouwen.
CAT IV
Overspanningscatgegorie IV voor metingen aan de bron van de laagspanningsin-
stallatie.
Aardpotentiaal
Om redenen van veiligheid en toelating (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/ of verande-
ren van het apparaat niet toegestaan.
Wend u tot een vakman, als u twijfelt aan de werkwijze, de veiligheid of de aansluiting van het
apparaat.
Meetapparatuur en accessoires zijn geen speelgoed en horen niet in kinderhanden.
In industriële omgevingen moeten de ARBO-voorschriften ter voorkoming van ongevallen voor
elektrische installaties en bedrijfsmiddelen opgevolgd worden.
In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en doe-het-zelf- werkplaatsen dient het omgaan met
meetapparatuur gecontroleerd te worden door geschoold personeel.
Overtuig u er voor elke spanningsmeting van, dat de meter zich niet in het stroommeetbereik
bevindt.
De spanning tussen een willekeurige bus van de meter en aarde mag niet groter zijn dan
600 V DC/ AC in overspanningscategorie IV resp. 1000 V DC/AC in overspanningscategorie
III.
Voor iedere wisseling van het meetbereik dient u de punten van de meetsnoeren van het
meetobject te verwijderen.
Wees bijzonder voorzichtig bij het meten van spanningen > 25V wissel- (AC) resp. > 35V ge-
lijkspanning (DC )! Reeds bij deze spanningen kunt u bij het aanraken van elektrische leidin-
gen een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen.
Controleer voor iedere meting de meter resp. uw meetsnoeren op beschadiging(en). Voer in
geen geval metingen uit, als de beschermende isolering beschadigd is (ingescheurd, afge-
scheurd, enz.).
Om een elektrische schok te vermijden, dient u er op te letten dat u de te meten aansluitingen
(meetpunten) tijdens de meting resp. tijdens het laden niet aanraakt, ook niet indirect.
5