LET OP - De juiste afstelling van de
dieptebeperking is even belangrijk als
het goed slijpen van de ketting.
ZAAGBLAD
De zaagbladen met een spoel vooraan moeten
met vet gesmeerd worden; daarvoor een
smeerspuit gebruiken.
Het zaagblad moet na iedere 8 uur gebruik
omgedraaid worden om een gelijkvormige
slijtage mogelijk te maken. De loop van het
zaagblad en het smeergat schoonhouden
met behulp van het als optional bijgeleverde
krabbertje.
Controleren, dat de zaagbladlopers parallel zijn
en, indien nodig, de zijranden met de platte vijl
verwijderen.
LET OP - Nooit een nieuwe ketting op
een versleten spoel of monteren.
LUCHTFILTER - Draai aan de knop (A, Fig. 25)
losschroeven en het luchtfilters (B) controleren.
Open de filter (B) met de twee klepjes (C).
Reinigen met ontvetter van Emak codenr.
001101009A, wassen met water, en met perslucht
van een afstand van binnen naar buiten blazen.
Vervang het filter als dit ernstig verstopt of
beschadigd is.
ATTENTIE! – Als de filter weer omhoog
komt (B), dient u hem goed vast te zetten
in de daarvoor bestemde behuizing.
BRANDSTOFFILTER - Periodiek de staat van
het brandstoffilter controleren. Dit in geval van
teveel vuil vervangen (Fig. 26).
OLIEPOMP (automatisch) - De toevoer is vooraf
in de fabriek afgesteld. De olietoevoer gebeurt
alleen als de ketting loopt.
LET OP - Nooit oude olie hergebruiken.
S TA R TG R O E P - D e k o e l g a t e n v a n d e
s t a r t g r o e p c a r t e r m e t e e n p e n s e e l o f
hogedruklucht vrij en schoon houden.
MOTOR - Periodiek de cylindervleugels met een
penseel of hogedruklucht schoonmaken. Het
opeenhopen van vuil op de cylinder kan voor de
werking van de motor schadelijke oververhitting
veroorzaken.
BOUGIE - Men raadt aan de bougie periodiek
16
schoon te maken en de electrodenafstand te
controleren (Fig. 27).
Gebruik een NGK CMR7A bougie of een bougie
van een ander merk met een equivalent
thermisch bereik.
KETTINGREM - In geval de kettingrem niet goed
functioneert, de kettingkast demonteren en de
onderdelen van de rem grondig schoonmaken.
Als de remband versleten en/of vervormd is, deze
vervangen.
ZAAGBLAD - Het zaagblad omkeren en
controleren, dat de smeergaten vuilvrij zijn.
Geen brandstof (mengsel) gebruiken voor het
schoonmaken.
CARBURATOR
A l v o r e n s d e c a r b u r a t o r a f t e s t e l l e n
d e s t a r t g e l e i d e r e n h e t l u c h t f i l t e r
(Fig. 25) schoonmaken en de motor op
bedrijfstemperatuur brengen.
De stationairschroef T (Fig. 28) is zó afgesteld, dat
er een goede veiligheidsmarge bestaat tussen
het stationaire toerental en het toerental, dat de
koppeling inschakelt.
Deze motor is ontworpen en gebouwd in
overeenstemming met de voorschriften van de
richtlijnen 97/68/EG, 2002/88/EG en 2004/26/EG.
LET OP-Klimaatsveranderingen en
gewijzigde weersomstandigheden
kunnen de carburatie beïnvloeden. Niet
toestaan aan andere personen in de buurt van
de motorzaag te blijven tijdens het werk en de
afstelfase van de carburatie.
UITLAAT
LET OP – Deze uitlaat is uitgerust met een
katalysator, die ervoor zorgt dat de motor
voldoet aan de emissievereisten. U mag de
katalysator nooit wijzigen of verwijderen: indien
u dat wel doet, bent u wettelijk strafbaar.
LET OP – Uitlaten die zijn uitgerust
met een katalysator worden bij het
gebruik zeer heet, en blijven dat ook lang
nadat de motor is stopgezet. Dit is ook het
geval wanneer de motor stationair loopt.
Bij aanraking kan de huid brandwonden
oplopen. Vergeet ook het brandgevaar niet!