Inhoudsopgave
Advertenties
5) Houd de sensorkop in de luchtstroom die u wilt meten. Let erop dat de witte markering op
de sensorkop zich in de luchtstroming bevindt. Het display geeft de gemeten volumestroom
weer.
4.2.2 Nulpuntkalibratie
Druk op „FUNCTION" (3-6), tot op het display m/s, Ft/min, Km/h, Knots of mph wordt weergegeven.
Schuif de beschermkap volledig over de hittedraadsensor, tot deze geheel bedekt is. Druk vervolgens
op de „▼" toets en houd deze ca. 2 sec. lang ingedrukt. Laat de toets los en op het display verschijnt
"0".
4.3 Externe temperatuursensor
Om een externe temperatuursensor aan te sluiten koppelt u de stromingssensor los van het
apparaat. Nu kunt u een K-type of J-type temperatuursensor met ministekker aansluiten. Vervolgens
schakelt u het apparaat in en drukt u op de functietoets, tot "K type" of "J type" verschijnt op het
display.
4.4 „HOLD" functie
Wanneer u op het scherm een meetwaarde vast wilt houden drukt u tijdens de meting op de „HOLD"
toets (3-3). Door nogmaals op de „HOLD" toets (3-3) te drukken keert u terug naar de normale
meetmodus.
4.5 „MAX / MIN" waarde registratie
De registratiefunctie bewaart de maximum- en minimumwaarde. Druk éénmaal op de „REC" toets (3-
4) om de registratiefunctie te starten. Op het display verschijnt het „REC" symbool. Door nogmaals
op de „REC" toets te drukken, verschijnt de maximum gemeten waarde, vanaf het moment waarop
de meting begon. Op het display verschijnt „REC.MAX.". Als u deze waarde wilt wissen, éénmaal op
de „HOLD" toets (3-3) drukken. Op het display verschijnt nu alleen het „REC" symbool en de meting
wordt voortgezet. Als u nogmaals op „REC" (3-4) drukt, verschijnt de minimum gemeten waarde op
het scherm met het symbool „REC.MIN." Als u deze waarde wilt wissen, éénmaal op de „HOLD" toets
(3-3) drukken. Het „REC" symbool verschijnt opnieuw op het display en de meting wordt voortgezet.
De „REC" toets (3-4) 2 seconden ingedrukt houden om deze functie te verlaten. Alle opgeslagen
MAX- / MIN-waarden worden hierbij gewist.
4.6. Datalogger functie
De datalogger van het apparaat kan 16000 meetwaarden opslaan voorzien van tijd en datum. (Real-
time datalogger, ingebouwde klok (uur-min.-sec., jaar-maand-dag).
A. Druk op de „LOGGER" toets (3-8), de ingestelde opname-interval verschijnt op het scherm.
B. Druk op de „REC" toets (3-4), om naar de dataloggerfunctie te gaan. Op het scherm
verschijnt „REC".
C. Automatische registratie: Druk nogmaals op de „LOGGER" toets (3-8). De automatische
registratie begint. Bovenaan het scherm verschijnt „REC DATA" en onderin het display licht
de aanduiding „Recording..." op, bij iedere opname.
D. Manuele registratie: indien de opname-interval ingesteld is op 0 sec. (zie hoofdstuk 5) wordt
telkens een waarde opgeslagen, wanneer op de Loggertoets gedrukt wordt. Ook hierbij
verschijnt op het display „REC DATA" en „Recording...".
E. Wanneer het geheugen vol is, verschijnt op het display "Full".
GEBRUIKSAANWIJZING Anemometer PCE-009
7
Advertenties
Inhoudsopgave
