Wijzig de bedrijfsstand door de gewenste stand aan te vinken en op de
OK-knop te drukken. Wanneer een bedrijfsstand is geselecteerd, wordt
rechts aangegeven wat er is toegestaan in de binnenmodule (doorgekruist
= niet toegestaan) en wat de selecteerbare alternatieven zijn. Om selec-
teerbare functies te selecteren die wel of niet zijn toegestaan, markeert
u de functie met behulp van de selectieknop en drukt u op de OK-knop.
Bedrijfsstand auto
In deze bedrijfsstand selecteert de binnenmodule automatisch welke
functies zijn toegestaan.
Bedrijfsstand handmatig
In deze bedrijfsstand kunt u kiezen welke functies zijn toegestaan. U kunt
de selectie van "compressor" niet ongedaan maken in de handmatige
stand.
Bedrijfsstand add. heat only
In deze bedrijfsstand is de compressor niet actief en wordt alleen gebruik
gemaakt van bijverwarming.
LET OP!
Als u modus "add. heat only" kiest, wordt de selectie van de compressor
ongedaan gemaakt en zijn de energiekosten hoger.
LET OP!
U kunt niet wisselen van alleen bijverwarming als u geen warmtepomp
hebt aangesloten (zie Menu 5.2.2).
Functies
"compressor" produceert verwarming en warmtapwater voor de woning.
Als "compressor" is uitgevinkt, verschijnt een symbool in het hoofdmenu
op de binnenmodule. U kunt de selectie van "compressor" niet ongedaan
maken in de handmatige stand.
"addition" helpt de compressor de woning en/of het warmtapwater te
verwarmen, wanneer deze de gehele vraag niet alleen kan verwerken.
"heating" betekent dat u warmte in de woning krijgt. U kunt selectie van
de functie ongedaan maken indien u geen verwarming wilt.
"cooling" betekent dat u koeling in de woning krijgt bij warm weer. U
kunt de functie deselecteren indien u geen koeling wilt. Voor dit alternatief
is een accessoire voor koeling vereist of moet de warmtepomp een inge-
bouwde functie voor koeling hebben, geactiveerd in het menu.
Hoofdstuk 3 |
VVM 310 – tot uw dienst
NIBE™ VVM 310
55