Printer onderhouden
Verbinden via Wi‑Fi Direct
1
Ga op het mobiele apparaat naar het instellingenmenu.
2
Schakel Wi-Fi in en tik daarna op Wi-Fi Direct.
3
Selecteer de SSID van de printer.
4
Bevestig de verbinding op het bedieningspaneel van de printer.
Verbinding maken via Wi-Fi
1
Ga op het mobiele apparaat naar het instellingenmenu.
2
Tik op Wi-Fi en selecteer de SSID van de printer.
Opmerking: De tekenreeks DIRECT-xy (waarbij x en y twee willekeurige tekens zijn) wordt toegevoegd
vóór de SSID.
3
Voer de PSK in.
Opmerking: De PSK is het wachtwoord.
Opmerkingen:
•
U kunt de SSID ook wijzigen op het bedieningspaneel van de printer. Ga naar: Instellingen >
Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > SSID.
•
U kunt de PSK ook wijzigen op het bedieningspaneel van de printer. Ga naar: Instellingen >
Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > PSK instellen.
Printerpoortinstellingen wijzigen na het installeren van een Internal
Solutions Port
Opmerkingen:
•
Als de printer een statisch IP-adres heeft, voert u geen wijzigingen door.
•
Als de computers zijn geconfigureerd om de netwerknaam te gebruiken (en dus niet een IP-adres),
wijzigt u de configuratie niet.
•
Als u een draadloze Internal Solutions Port (ISP) toevoegt aan een printer die daarvoor was
geconfigureerd voor een ethernetverbinding, koppelt u de printer los van het ethernetnetwerk.
Voor Windows-gebruikers
1
Open de printermap.
2
In het snelmenu van de printer met de nieuwe ISP, opent u Printereigenschappen.
3
Configureer de poort in de lijst.
4
Werk het IP-adres bij.
5
Pas de wijzigingen toe.
96