Securit ST-805 Inbraakmeldcentrale
Gebruikershandleiding
code is ingevoerd, geeft het controlepaneel een geluidssig-
naal dat die geaccepteerd is. Als het controlepaneel de code
niet accepteert, kan die code in conflict zijn met code 2 of
met de fabriekscode. Het paneel breekt dan de procedure af
en bewaart uw oude code. Probeer het opnieuw met een an-
dere code. Controleer of de nieuwe code werkt door het sys-
teem volledig operationeel te maken of het in de nachtstand
te zetten; breek de procedure af door de # toets in te druk-
ken.
Om gebruikercode 2 te veranderen kunt u net als hierboven
te werk gaan, behalve dat u *9 dan (2) intoetst. De standaard
voor gebruikercode 1 is 1,2,3,4. Gebruikercode 2 is stan-
daard niet voorgeprogrammeerd.
Met het invoeren van * en dan 9 zullen alle LEDS gaan bran-
den omdat het paneel begint met een uitgang- en bellest. U
moet 1 intoetsen om te voorkomen dat het paneel verder
gaat met het testen van de sirene.
Gebruikercode toegangsniveaus
•
Gebruikercode 1 kan beide gebruikercodes wijzigen
•
Gebruikercode 2 kan gebruikercode 2 uitschakelen.
(Om dit te doen dient gebruikercode 2 te worden ver-
anderd in 0000)
•
Gebruikercode 2 bezit dezelfde rechten als gebruiker-
code 1
•
Gebruikercode 2 kan niet gebruikercode 1 veranderen
Indien u door een bepaalde oorzaak uw code verliest of een
code verkeerd intoetst moet de installateur verzocht worden
om de gebruikercodes voor het controlepaneel weer in de
basisinstelling terug te zetten.
10.0 Sirenetest
Het is aan te bevelen om eens per week te controleren of het
systeem naar behoren functioneert, en met name de werking
van de sirenes te controleren. Om dit te doen, dient u op het
controlepaneel of extra bedieningspaneel uw gebruikercode
in te toetsen en vervolgens * gevolgd door 9. Elke test duurt
5 seconden. Alle lichten op het controlepaneel zullen aan-
gaan en vervolgens uit en de binnensirene zal klinken (u kunt
nu naar buiten gaan waar de sirene is gemonteerd). De
buitensirene zal vervolgens de flitser activeren (indien deze
is gemonteerd en geactiveerd) en vervolgens zal het paneel
in de ruststand terugkeren. De test is nu doorlopen.
Snelle controle:
Voer code in, gevolgd door *9
Alle LEDS aan
Binnensirene
)
Buitensirene
) Elk na 5 seconden
Flitser
)
Paneel in ruststand
Test beëindigd.
11.0 Looptest
Het verdient aanbeveling om ook te controleren of de detec-
tors goed in verbinding staan met het controlepaneel. Deze
test dient elke 3 maanden te worden uitgevoerd. Doe hier-
voor het volgende. Voer eerst uw gebruikercode 1 of 2 in met
het controlepaneel of extra bedieningspaneel. Toets ver-
volgens *9 en 4 in. De binnensirene zal een kort, hard sig-
naal geven en het zonelicht zal oplichten. Ga bij de detector
vandaan of sluit het contact en het geluid zal terugkeren tot een
pieptoon. Ga nu naar de volgende detector, of probeer het
volgende contact, tot u alle zones heeft doorlopen. Als u door
de looptest vastgesteld heeft dat alles naar behoren
functioneert, kunt u op * drukken en zo de looptest beëindigen.
Snelle Controle
Voer code in
Dan *, 9, 4
Doe de looptest
Toets * om af te sluiten
12.0 Belsignaal
Een andere functie van het controlepaneel is dat het een
belsignaal kan geven bij betreding van een zone als het paneel
niet aanstaat. Het controlepaneel zal dan een beltoon geven
via de luidspreker als een bepaalde zone geactiveerd wordt.
Om dit te bereiken dient u de * toets in te drukken gevolgd door
het nummer (de nummers) van de zone(s) waarvoor u de
belfunctie wilt instellen. Het lampje voor de betreffende zone
zal gaan branden. Toets * om de zones met belsignaal te
accepteren. Deze instelling kan voor een zone ongedaan
gemaakt worden door de * toets in te drukken. Nu zullen de
zones oplichten die op dit moment actief zijn. Druk de toets
voor de betreffende zone in, het lampje zal uitgaan en die
zone geeft nu bij betreden geen belsignaal meer. Druk de *
toets in om de procedure af te sluiten. Deze functie van het
controlepaneel kan slechts worden geactiveerd als uw
installateur daarvoor heeft gezorgd.
Snelle controle
BELSIGNAAL AAN Druk
op * Toets zone(s) Licht
gaat aan Druk op * om af te
sluiten
Zones die belsignaal programmering niet toelaten
Brand
Indringer
Sabotage
13.0 LOGBOEKEN
Het controlepaneel bezit de mogelijkheid om de laatste actie-
ve en niet-actieve omstandigheden te tonen evenals de om-
standigheden van de laatste alarms. Dit laatste is handig als
u de zone wilt vinden waar het betreffende alarm veroor-
zaakt werd.
Hiertoe dient u gebruikercode 1 of 2 in te voeren, gevolgd
door *9 en 3. U hoort een constant geluid dat aangeeft dat u
de laatste actieve toestand van het alarm ziet. Misschien zijn
alle lichten uit ten teken dat er toen het controlepaneel het
laatst in bedrijf was geen alarm is geweest. Door de # toets
in te drukken gaat de sirene uit en wordt de laatste niet-ac-
tieve toestand van het alarm getoond. Door nu op O te druk-
ken krijgt u de laatste ALARM toestand te zien die optrad tij-
dens de niet actieve periode (ongeacht hoe lang geleden dat
alarm plaatsvond). Door op # te drukken gaat de sirene weer
aan en krijgt u te zien wat de ALARM toestand was tijdens
Pagina 3
Zones die geen looptest
toelaten:
Brand
Paniek alarm
Anti Sabotage
BELSIGNAAL UIT
Druk op * Toets zone(s)
Licht gaat uit
Druk op * om af te sluiten