NL
8. VENTILATIE
9. BRAND • AFVALVERWIJDERING
18
K-LINE
•
Aardingsstrip in het linker compartiment binnenin met aansluiting op het centrale aardingspunt op het kastpla-
fond.
•
incl. een aardingskabel incl. krokodillenklem – Artikel 28056 (HF.E.11051)
•
Extra aardingskabel incl. krokodillenklem voor de aarding van een volgend opslagniveau - Artikel 33987
(HF.E.29665)
XL-LINE
•
De kasten hebben standaard maximaal drie aardingsleidingen incl. krokodillenklem in de binnenruimte. De
aardingsleidingen zijn fabrieksmatig op het aardingsaansluitpunt aan de achterwand van de kast gemonteerd.
AANWIJZINGEN
De brandbeveiligingskleppen in de buurt van de lucht af- en toevoeraansluitingen zijn veilig-
heids- en onderhoudsrelevante onderdelen.
De opslag van corrosieve gevaarlijke stoffen kan de werking van de afsluitmechanismen voor toe- en
afvoerlucht nadelig beïnvloeden. Om de goede werking te kunnen controleren of om een defect element
te vervangen, dient u er rekening mee te houden dat bij aansluiting op een luchtafvoersysteem flexibele
aansluitslangen of schuifstukken worden gebruikt, om een gemakkelijke demontage en hermontage van de
luchtafvoeraansluiting te garanderen.
•
Indien men een afzuigsysteem installeert, moet de reglementaire aansluiting worden gecontroleerd (bv. door
middel van een rookbuisje)
•
Alle modellen kunnen via de luchtafvoerstomp aan een technische afzuiginstallatie worden aangesloten. De
hiervoor voorgeschreven luchtverversing, max. drukverliezen en luchtafvoerleidingen vindt u telkens in de
geldende nationale bepalingen.
OPGELET:
DN
In het algemeen kunnen deze modellen zonder technische ontluchting gebruikt worden. In de directe
75
omgeving van de kast kan dan ontploffingsgevaar bestaan. Indien de kast zonder aangesloten afzuigsysteem
moet werken, moet de gebruiker hierop een markering aanbrengen.
8.1. BRANDBEVEILIGINGSKLEPPEN XL-LINE
Na de installatie van de veiligheidsopslagkast op de uiteindelijke plaats van gebruik moeten de brandveilig-
heidsventielen (ingesloten in de kast) die zijn gedemonteerd om transportschade te voorkomen, opnieuw
worden bevestigd op de luchtinlaat en -uitlaat. De kleppen moeten ook worden gemonteerd als er geen
technische ventilatie van de veiligheidsopslagkast is! Voor de montage van de kleppen (zie foto) plaatst u ze
op de luchtinlaat en -uitlaat en gebruikt u de bijgeleverde schroeven (4 stuks/klep) om ze op de bovenkant
van de kast te bevestigen (verwijder de brandwerende afdichtingen die al in de luchtinlaat en -uitlaat zijn
geïnstalleerd niet)!