Gebruikershandleiding
Lijntype:
Selecteer het telefoonlijntype waarop u de printer hebt aangesloten. Als u de printer gebruikt in een
omgeving met losse toestellen en een externe toegangscode, zoals een 0 of 9 voor een buitenlijn,
selecteer dan PBX en registreer de toegangscode. Nadat u de toegangscode hebt geregistreerd, voert u
een hekje (#) in plaats van de toegangscode in bij het verzenden van een fax naar een extern
faxnummer. Voor omgevingen met een DSL-modem of terminaladapter raden wij tevens aan om PBX
te gebruiken als instelling.
Koptekst:
Voer de naam en het faxnummer van de afzender in. Deze gegevens verschijnen als koptekst op
uitgaande berichten. U kunt tot 40 tekens invoeren voor uw naam en 20 cijfers voor uw faxnummer.
Ontvangstmodus:
Selecteer de ontvangstmodus.
DRD:
Als u zich bij uw telecomprovider hebt ingeschreven op een dienst met specifieke beltonen, kunt u het
belsignaal voor binnenkomende faxen selecteren. Specifieke beltoondiensten, die door veel
telecombedrijven worden aangeboden (dienstnaam verschilt per bedrijf), bieden de mogelijkheid om
meerdere telefoonnummers op één lijn te hebben. Elk nummer krijgt dan een specifieke beltoon
toegewezen. U kunt dan een nummer gebruiken voor telefoongesprekken en een ander nummer voor
faxen. Afhankelijk van de regio kan deze optie Aan of Uit zijn.
Overgaan voor antwoorden:
Selecteer het aantal beltonen waarna de printer de fax automatisch moet ontvangen.
Extern ontvangen:
Als u een inkomende fax beantwoordt met een telefoontoestel dat op de printer aangesloten is, kunt u
de fax ontvangen door de code van het telefoontoestel in te voeren.
Weigeringsfax:
Selecteer opties om ongewenste faxen te weigeren.
Papierformaat ontvangen:
Selecteer het maximale papierformaat voor faxen dat de printer kan ontvangen.
Veiligheidsinstel.
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Veiligheidsinstel.
Beperkingen dir. kiezen:
Activeer deze functie om de handmatige invoer van faxnummers van ontvangers uit te schakelen, zodat
de gebruiker alleen contactpersonen uit de lijst of uit de zendgeschiedenis kan selecteren. Selecteer
Tweemaal invoeren om ervoor te zorgen dat de gebruiker het faxnummer opnieuw moet invoeren
wanneer het nummer handmatig werd ingevoerd.
Faxen
184