Maaidekken vastzetten aan
hefarmen
1. Verwijder de drie metrische bouten van alle hefarmen
(Fig. 5).
Opmerking: De bout met de kleinste diameter gaat door
de draaiarm en de hefarm. Houd deze bouten apart.
2. Stel de parkeerrem in werking, start de tractie-eenheid en
laat de motor op halfgas lopen. Zet de vergrendelings-
hendel van de hefarmen voor maaidekken #1, #2 en #3
vrij en zet hefhendel voor de messenkooien van
maaidekken #1, #2 en #3 in de laagste stand (Fig. 6).
Laat de hendel los en zet deze weer in de neutraalstand.
1
Figuur 6
1. Hefhendel van
messenkooien
Belangrijk
Laat de hendel niet terugkeren naar de
neutraalstand, omdat de hefarmen dan eventueel niet in de
zweefstand komen.
3. Zet de motor van de tractie-eenheid af en verwijder het
sleuteltje uit het contact. Trek de hefarmen één voor
één met de hand naar de grond. Herhaal deze
procedure voor maaidekken #4 en #5.
Voorzichtig
Als de maaidekken niet zijn gemonteerd, zullen de
hefarmen omhoogkomen als u de motor weer start.
4. Rol het juiste maaidek naar een hefarm en plaats het
mannelijke uiteinde van de draaiarm in de opening in
de hefarm.
Opmerking: Het kan nodig zijn de gleuf in het blok op de
hefarm iets wijder te maken zodat de draaiarm geheel in
de opening kan schuiven.
5. Plaats de 3 bouten van de hefarmen terug, maar draai
deze niet aan (Fig. 5).
Tipperbeugels #4 en #5
monteren
1. Zet de hydraulische slangen losjes vast aan de
onderkant van elke tipperbeugel met slangklemmen,
afstandsstukken, klemplaat, borgringen en tapbout,
zoals wordt getoond in Figuur 7.
Figuur 7
1. Tipperbeugel
2. Slangklem
2. Monteer de tipperbeugels met tapbouten en borgringen
aan de maaidekken.
Belangrijk
Hef de maaidekken op en laat deze dan
weer neer, en controleer of de slangen hierbij niet bekneld
raken.
3. Draai de tapbouten vast waarmee de slangklemmen
zijn bevestigd aan de tipperbeugels.
7
1
2
3
4
3. Afstandsstuk
4. Klemplaat