8
nl | Productbeschrijving
Chemische sensor (CO-gassensor)
De gassensor (zie Configuratie van de melder (4), alleen FCP‑OC 500(-P)) detecteert
hoofdzakelijk de koolmonoxide (CO) die bij een brand ontstaat, maar ook waterstof (H) en
stikstofmonoxide (NO).
Het uitgangspunt voor een meting is CO-oxidatie op een elektrode en de meetbare stroom die
daardoor wordt opgewekt. De sterkte van het sensorsignaal is evenredig aan de concentratie
van het gas.
De gassensor levert aanvullende informatie om storingsvariabelen betrouwbaar te
onderdrukken.
Vervuilingssensor
De vervuilingsgraad op het melderoppervlak wordt continu gemeten en geanalyseerd door de
vervuilingssensor (zie Configuratie van de melder (6)).
1.5
Werking van de LED
De tweekleurige LED van de melder geeft de status van de werking en het alarm aan.
Gedurende hun gehele levensduur bewaken de sensoren zichzelf en stellen ze de gevoeligheid
zelf in, conform de geprogrammeerde drempelwaarde.
In geval van een alarm gaat de LED rood branden. De melder wordt weer op stand-by gezet als
het alarm via de brandmeldcentrale wordt gereset en als de oorzaak van het alarm is
verdwenen.
Werking van de LED
Status
Stand-by
Alarm
Storing
Testmodus
In de testmodus kan de vervuilingsgraad worden afgelezen door het aantal malen dat de rode
LED knippert (zie Het vervuilingsniveau aflezen, pagina 24).
2019.11 | 5.0 | F.01U.003.962
LED
uit
rood
uit
groen, knippert iedere seconde eenmaal
Bedieningshandleiding
Conventionele automatische melders
Bosch Sicherheitssysteme GmbH