10
nl | Installatie
3
Installatie
Bericht!
De melders van de 500-serie mogen uitsluitend worden geïnstalleerd met een FCA‑500‑EU of
FCA‑500‑E‑EU meldersokkel in combinatie met een FAA‑500‑BB achterkap voor
plafondmontage of een FAA‑500‑SB-H achterkap voor opbouwmontage.
Bericht!
Standaard zijn de sokkels voorzien van een veer, waarmee de melder in betonnen en houten
plafonds kan worden gemonteerd. Deze veer is te herkennen aan de blauwe markering. Voor
montage van een melder in een paneel van een verlaagd plafond kunt u de extra, zachtere
veer (gele markering) uit het pakket gebruiken. In dat geval mag de melder niet worden
blootgesteld aan sterke trillingen (> 350 m/s). De schokbestendigheid conform EN 54-7 is dan
niet gegarandeerd.
3.1
Achterkap voor plafondmontage
Afbeelding 3.1: Achterkap voor plafondmontage
De achterkap voor plafondmontage (zie afbeelding) is gemaakt van wit polypropyleen.
Deze heeft vier kabeldoorvoeren met nauwsluitende rubberen randen van polyflam die
geschikt zijn voor kabeldiameters van maximaal 1,4 cm.
Bij gebruik met een sokkel kan ca. 30 cm kabellengte worden ondergebracht in het bovenste
deel van de achterkap voor plafondmontage.
Bericht!
De dikte van het verlaagde plafond mag maximaal 32 mm zijn.
Boven het verlaagde plafond is een vrije hoogte van minstens 11 cm vereist.
4
Bericht!
Een gatenzaag van Ø 133 mm is verkrijgbaar bij:
Wittmann-Komet, Metal Cutting Saws GmbH & Co. KG, Alte Str. 28, D-79576 Weil am Rhein,
tel. ++49‑7621‑9783-0, www.wittmann-komet.de
2019.11 | 5.0 | F.01U.003.962
Boor een rond gat met een diameter van 130 mm (tolerantie -1 mm tot +5 mm) in het
verlaagde plafond.
Bedieningshandleiding
Conventionele automatische melders
Bosch Sicherheitssysteme GmbH