1.
2.
3.
4.
5.
6.
5.3.4
De externe verbrandingslucht-toevoerpijp aansluiten
1.
2.
3.
Evolux 100-45
B B elangrijk:
Als het toestel met de deur constant gesloten wordt gestookt, kunt u een
rookkanaal met een diameter van 200 mm gebruiken. Is dit niet het geval,
gebruik dan een rookkanaal met een diameter van 250 mm.
Sluit het rookkanaal op de rookgasaansluiting op het toestel aan. Gebruik indien
nodig een stalen rookkanaaladapter.
Zet bij gebruik van een flexibele roestvrijstalen rookkanaal de rookkanaalaansluiting
met 2 klemmen vast.
Dicht bij aansluiting van het rookkanaal op een bestaande (gemetselde) schoorsteen
de ruimte tussen het rookkanaal en de bestaande schoorsteen met keramische wol
of een ander geschikt materiaal af (vraag de leverancier van het kanalensysteem om
advies).
Controleer of alle mechanische aansluitingen van het kanalensysteem correct zijn
aangebracht.
Controleer of het gehele kanalensysteem gasdicht is.
Isoleer eventuele niet geïsoleerde pijpen met keramische isolatiewol. Zie
de eisen waaraan het materiaal moet voldoen.
Waarschuwing:
Verwijder uitsluitend bij gebruik van de optionele convectieventilator /
verbrandingsluchtbox of de verbrandingslucht-inlaatbox één van de
uitbreekplaten uit de verbrandingsluchtinlaat van de box. Als u deze
instructies niet opvolgt, bestaat kans op een gevaarlijke situatie bij het
aansteken van het toestel.
Opmerking:
•
Het toestel kan zonder externe luchttoevoer worden geplaatst, waarbij de
verbrandingslucht uit de installatieruimte wordt gehaald. Controleer in dit
geval of de verbrandingsluchtinlaat op het toestel niet is geblokkeerd en de
ventilatieluchtinlaten aan de eisen voldoen. Zie
de ventilatieluchtopeningen.
•
Het toestel is een gesloten systeem, waarbij de verbrandingslucht van
buiten het gebouw via een op één van de onderstaande componenten
aangesloten flexibele pijp wordt aangevoerd:
•
de verbrandingsluchtinlaat van het toestel.
•
de verbrandingsluchtinlaat van de verbrandingsluchtbox.
•
de verbrandingsluchtinlaat van de convectieventilator /
verbrandingsluchtbox.
•
Als het toestel op geen van deze componenten is aangesloten, is het geen
gesloten systeem en zijn de gegevens voor lekdichtheid zoals genoemd in
7
hoofdstuk
niet van toepassing.
•
U wordt met klem geadviseerd een klep in de externe verbrandingslucht-
toevoerpijp te plaatsen om rommel in de pijp en condensatie van
waterdamp in het toestel als het niet wordt gebruikt te voorkomen.
Bepaal de plaats voor de externe verbrandingslucht-toevoerinlaat in de buitenwand
of in de vloer (naar een geventileerde kruipruimte).
Maak een gat met een minimumdiameter van 125 mm in de buitenwand of in de
vloer.
Plaats een rooster in het gat in de buitenwand. Een rooster is niet nodig als de
verbrandingsluchttoevoer uit de kruipruimte onder de vloer komt.
Installatie
5.3.6
voor
5.1.2
voor afmetingen van
21