3.
Selecteer een ingangssignaal en druk op [Enter].
• Als [Autom. invoer zoek.] in [Standaard instellingen1] is ingesteld op [Aan], wijzigt u de invoer
door te drukken op de [Input]-knop in een andere dan het ingangssignaal dat wordt ingevoerd.
• De afbeelding die bij [Achtergr. geen signaal] onder [Standaard instellingen1] is opgegeven,
wordt weergegeven als het signaal wordt verbroken of als er geen signaal komt van de
aangesloten apparaten. Controleer of de apparatuur aan staat en of deze juist op de projector is
aangesloten.
• Als de projector het ingangssignaal niet ondersteunt, wordt het bericht "Niet ondersteund signaal"
weergegeven.
• De helderheid van het beeld kan tijdelijk variëren, omdat de lamp zich automatisch kan
aanpassen.
Het scherm van een laptop projecteren
Als een laptop op de projector wordt aangesloten, verander dan de beelduitgang op de computer.
In het besturingssysteem Windows kan de beelduitgang worden veranderd met een functietoets. Houd
de [Fn]-toets ingedrukt en druk tegelijk op de
Voorbeelden van een aantal computers
Computermerk
MSI
Everex, MITSUBISHI, NEC, Panasonic, SOTEC
Gateway, HP
Acer, SHARP, SOTEC, TOSHIBA
HITACHI, IBM, Lenovo, SONY
ASUS, DELL, EPSON, HITACHI
FUJITSU
Basisbewerkingen voor het gebruik van de projector
-toets, de
-toets of de LCD/VGA-functietoets.
Toetscombinatie
[Fn] + [F2]
[Fn] + [F3]
[Fn] + [F4]
[Fn] + [F5]
[Fn] + [F7]
[Fn] + [F8]
[Fn] + [F10]
31