FUNCTIE
Beeldmodus
Referentiemo-
dus
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Brilliant Color
Kleurtempe-
ratuur
Kleurtemp.
fijn afstellen
3D-
kleurbeheer
Beeldinstellin-
gen herstellen
56
Bediening
BESCHRIJVING
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het
projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie
beeldmodus selecteren" op pagina 36
Hiermee selecteert u een beeldmodus die voldoet aan uw
beeldkwaliteitwensen en kunt u het beeld verder verfijnen op basis
van de selecties onder aan dezelfde pagina. Zie
instellen" op pagina 37
Past de helderheid van het beeld aan. Zie
Helderheid" op pagina 37
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Zie
"Aanpassen van het Contrast" op pagina 37
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de
sterkte van elke kleur in een videobeeld. Zie
Kleur" op pagina 37
De functie is alleen beschikbaar als Video of S-Video met NTSC-
systeem is geselecteerd.
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan. Zie
"Aanpassen van de Tint" op pagina 37
De functie is alleen beschikbaar als Video of S-Video met NTSC-
systeem is geselecteerd.
Maakt het beeld scherper of zachter. Zie
Scherpte" op pagina 37
De functie is alleen beschikbaar als Video of S-Video met NTSC-
systeem is geselecteerd.
Past de witpieken aan terwijl u de correcte kleurvoorstelling
behoudt. Zie
"Brilliant Color anpassen" op pagina 38
Zie
"Een Kleurtemperatuur selecteren" op pagina 38
Zie
"Een kleurtemperatuur naar wens instellen" op pagina 38
details.
Zie
"3D-kleurbeheer" op pagina 38
Zie
"De huidige of alle beeldmodi opnieuw instellen" op pagina 39
voor details.
voor details.
voor details.
voor details.
voor details.
voor details.
voor details.
voor details.
"Een
"De Gebruiker modus
"Aanpassen van de
voor details.
"Aanpassen van de
"Aanpassen van de
voor details.
voor details.
voor