OPMERKING
Als [3-03] per ongeluk op een hogere waarde dan die
van [3-02] wordt ingesteld, wordt altijd de waarde van
[3-03] gebruikt.
Automatische terugstelfunctie
De terugstelfunctie biedt de mogelijkheid om de kamertemperatuur te
verlagen. De terugstelfunctie kan bijvoorbeeld 's nachts worden
geactiveerd omdat de temperatuurvereisten 's nachts en overdag niet
dezelfde zijn.
I
Merk op dat het symbool
OPMERKING
terugstelwerking.
I
De terugstelfunctie is standaard geactiveerd.
I
De terugstelfunctie kan worden gecombineerd met
de werking met automatisch weersafhankelijke
instelpunt.
I
De terugstelfunctie is een functie die automatisch
dagelijks gepland wordt.
De terugstelfunctie wordt geconfigureerd in de lokale instellingen. Zie
"4.15. Lokale instellingen" op pagina 19
beschrijving van het instellen van één of meerdere lokale
instellingen.
I
[2-00] Status: bepaalt of de terugstelfunctie AAN (1) of UIT (0) staat
I
[2-01] Starttijd: tijdstip waarop het terugstellen wordt gestart
I
[2-02] Stoptijd: tijdstip waarop het terugstellen wordt gestopt
I
[5-02]
Terugsteltemperatuur
(temperatuurdaling)
T
A
65°C
5°C [5-02]
B
60°C
[2-01]
A
Instelpunt normale temperatuur uittredend water
B
Temperatuur uittredend water, inclusief terugsteltemperatuur
uittredend water
t
Tijd
T
Temperatuur
4.4. Noodwerking
I
[8-02] Noodwerking
In de noodstand verwarmt alleen de verwarmingskit, en niet de
warmtepomp.
De noodstand wordt geactiveerd door lokale instelling [8-02]=1
in te stellen.
De warmtepomp wordt stilgelegd zodra u de noodstand
inschakelt. De pomp van de binnenunit wordt gestart, maar het
verwarmen zelf gebeurt door de verwarmingskit. Als er geen
storingen zijn in de thermistoren van het uittredend water of
retourwater en de pompwerking, kan de verwarmingskit
beginnen met de noodwerking.
OPMERKING
Controleer of de verwarmingskit geactiveerd is
alvorens
u
verwarming blijft in de noodstand staan tot de
lokale instelling weer op de standaardwaarde
[8-02]=0 wordt ingesteld.
Gebruiksaanwijzing
7
knippert tijdens de
voor een gedetailleerde
uittredend
t
[2-02]
de
noodwerking
activeert.
4.5. Koelen van ruimten ( )
Koelen van ruimten kan op twee verschillende manieren worden
geregeld:
I
op basis van kamertemperatuur,
I
op basis van temperatuur uittredend water.
De bedoeling van elke werking en de configuratie ervan wordt
hieronder uitgelegd.
Besturing op basis van kamertemperatuur
In deze stand wordt het koelen geactiveerd volgens de vereisten van
het instelpunt van de kamertemperatuur. Het instelpunt kan manueel
worden ingesteld of met de weektimer.
OPMERKING
Bij besturing op basis van kamertemperatuur heeft het
koelen van ruimten op basis van kamertemperatuur
voorrang op besturing op basis van temperatuur
uittredend water.
Merk op dat het mogelijk is dat de temperatuur
uittredend water lager wordt dan het instelpunt als de
unit op basis van kamertemperatuur wordt bestuurd.
Werking koeling van ruimten selecteren
1
Druk op de
schakelen ( ).
Het symbool
overeenkomstige huidige kamertemperatuur.
water
De bedrijfs-led
2
Stel de gewenste kamertemperatuur in met de
-knoppen.
Temperatuurbereik voor de koeling: 16°C~32°C (kamertemperatuur)
Zie
"4.12. Weektimer
pagina 13
voor de instelling van de weektimerfunctie.
3
Gebruik de
uittredend water te selecteren die u wilt gebruiken voor koeling
van uw systeem (voor meer informatie zie
van temperatuur uittredend water" op pagina
Besturing op basis van temperatuur uittredend water
In deze stand wordt het koelen geactiveerd volgens de vereisten van
het instelpunt van de watertemperatuur. Het instelpunt kan manueel
worden ingesteld of met de weektimer.
Werking koeling van ruimten selecteren
1
Druk op de
schakelen ( ).
Het symbool
overeenkomstige instelpunt van de watertemperatuur.
De bedrijfs-led
2
Stel de gewenste temperatuur uittredend water in met de
- en
Temperatuurbereik voor de koeling: 20°C~5°C (temperatuur
uittredend water)
Zie
"Verwarmen van ruimten programmeren" op pagina
van ruimten programmeren" op pagina
water voor huishoudelijk gebruik programmeren" op pagina 16
"De geluidsarme stand programmeren" op pagina 17
instelling van de weektimerfunctie.
De
I
OPMERKING
I
I
-knop om koelen van ruimten AAN/UIT te
verschijnt op het display, samen met de
begint te branden.
programmeren
en
- en
-knop om de temperatuur
-knop om koelen van ruimten AAN/UIT te
verschijnt op het display samen met het
begint te branden.
-knoppen.
15,
"Het verwarmen van
Wanneer
een
externe
geïnstalleerd is, wordt de thermo AAN/UIT bepaald
door
de
externe
kamerthermostaat.
afstandsbediening wordt dan gebruikt in de
besturingsmodus
op
basis
uittredend water en werkt niet als kamerthermostaat.
De AAN/UIT-status van de afstandsbediening heeft
altijd voorrang op de externe kamerthermostaat!
De terugstelwerking en het weersafhankelijk
instelpunt zijn niet beschikbaar in de stand koelen.
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
- en
raadplegen"
op
"Besturing op basis
6).
14,
"Koelen
en
voor de
kamerthermostaat
De
van
temperatuur
4P404418-3 – 2015.04