Watertoevoer
De wasautomaat mag zonder terugslag-
klep op het waterleidingnet worden
aangesloten, omdat hij gebouwd is vol-
gens EU-normen.
De waterdruk moet minimaal 100 kPa
zijn en mag niet hoger zijn dan
1.000 kPa overdruk. Is de druk hoger
dan 1.000 kPa overdruk, dan moet er
een drukreduceerventiel worden inge-
bouwd.
Voor de aansluiting is een kraan met
¾"-schroefkoppeling vereist. Ontbreekt
deze, dan mag het apparaat alleen door
een erkend installateur op de drinkwa-
terleiding worden aangesloten.
De schroefkoppeling staat onder
druk van de waterleiding.
Controleer daarom of de aansluiting
lekt. Draai de kraan hiervoor lang-
zaam open. Corrigeer zo nodig de
positie van de dichting en de
schroefkoppeling.
De wasautomaat is niet geschikt om
op warm water te worden aangeslo-
ten.
Sluit de wasautomaat niet op warm
water aan.
Plaatsen en aansluiten
Onderhoud
Wanneer u de slang vervangt, gebruik
dan uitsluitend een Miele-slang die
bestand is tegen een druk van minstens
7.000 kPa.
Schade door vuil in het water.
Om het waterinlaatventiel te be-
schermen, zit er een zeefje in het vrij-
e uiteinde van de toevoerslang en
een zeefje in het koppelstuk van het
waterinlaatventiel.
Verwijder deze beide zeefjes niet.
Accessoires - verlenging slang
Als accessoire zijn slangen van 2,5 of
4,0 m verkrijgbaar bij de Miele-vakhan-
del en bij Miele.
65