Stappen
1. Koppel de ventilatorkabel los van de connector op de systeemkaart.
2. Verwijder de drie schroeven (M3x25) waarmee de ventilatoreenheid aan de systeemkaart is bevestigd.
3. Til de ventilatoreenheid van de systeemkaart af.
De ventilatoreenheid installeren
Vereisten
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de ventilatoreenheid aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Stappen
1. Lijn de ventilatoreenheid uit en plaats deze op de systeemkaart.
2. Plaats de drie schroeven (M3x25) terug waarmee de ventilatoreenheid op de systeemkaart is bevestigd.
3. Sluit de kabel van de ventilator aan op de connector van de systeemkaart.
Vervolgstappen
1. Plaats de
grafische
kaart.
2. Plaats de zijplaat.
3. Volg de procedure in
Nadat u in de computer hebt
gewerkt.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
25